Het onderwerp duurzaamheid is een containerbegrip en omvat vele subsecties, waaronder milieu, maatschappij, governance, economie, regelgeving en wetgeving.
Het probleem heeft verschillende facetten. Er is een stoet van termen, waarvan sommige meerdere definities hebben, waaronder het woord duurzaamheid op zich. Het doorkruisen van de terminologie, normen en regels kan lastig en tijdrovend zijn.
Een organisatie moet eerst een groot aantal termen begrijpen voordat ze plannen en doelen stelt, of het nu gaat om het verminderen van koolstofemissies, het produceren van betere rapporten, het verhogen van het welzijn van werknemers of het afstemmen op de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de VN.
Om u te ondersteunen, hebben onze materiedeskundigen vele bronnen bestudeerd om deze woordenlijst samen te stellen, om u te helpen uw duurzaamheidstraject te begrijpen en dit traject te starten of te verbeteren.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
A
AA1000 Assurance Standard
De AA1000 Assurance Standard van AccountAbility (AA) is een van de dominante assurancenormen op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG). Door AA1000 toe te passen, hoeft u geen middelen te besteden aan het opstellen van op maat gemaakte richtlijnen. Dankzij de flexibiliteit van dit raamwerk kan het worden gebruikt door bedrijven van elke grootte en in elke sector - de omvang kan worden aangepast aan de behoeften van uw bedrijf.
AA1000 is gebaseerd op de volgende principes:
- Inclusiviteit – mensen moeten inspraak hebben in de beslissingen die op hen van invloed zijn
- Materialiteit – besluitvormers moeten de duurzaamheidsthema's die ertoe doen identificeren en er duidelijk over zijn
- Reactievermogen – bedrijven moeten transparant zijn over materiële duurzaamheidsthema's en de impact ervan
- Impact – bedrijven moeten monitoren, meten en verantwoording afleggen over hoe hun acties hun bredere ecosystemen beïnvloeden
AA1000 benadrukt de noodzaak voor organisaties om effectief te communiceren met belanghebbenden, materiële duurzaamheidskwesties te identificeren en het bestaan van een verantwoorde bedrijfsstrategie aan te tonen.
Wij kunnenu gedurende dit proces ondersteunen, zodat u het vertrouwen, uw reputatie en het aantrekken van belanghebbenden kunt vergroten en, indien gekoppeld aan financiële leningen, uw kapitaalkosten kunt verlagen.
Absoluut doel
Een absoluut doel wordt gedefinieerd door de afname van absolute emissies in de loop der tijd.
Actief aandeelhouderschap
Actief aandeelhouderschap is een verantwoorde beleggingsmethode die de beslissingen en acties van een organisatie beïnvloedt door als aandeelhouder met de organisatie in gesprek te gaan. Het gaat om het gebruik van de rechten en de eigendomspositie om de activiteiten of het gedrag van de ondernemingen waarin wordt belegd te beïnvloeden. Actief aandeelhouderschap kan per beleggingscategorie verschillend worden toegepast, maar voor beursgenoteerde entiteiten gaat het om engagement- en stemactiviteiten.
Actief vervoer
Actief vervoer betekent reizen via een fysieke activiteit zoals wandelen, fietsen, hardlopen, skateboarden of steppen.
Adaptief vermogen
Adaptief vermogen is het vermogen van systemen, instellingen, mensen en andere organismen om zich aan potentiële schade aan te passen, met het doel om kansen te benutten of gevolgen te bestrijden.
Bebossing
Bij bebossing worden nieuwe bossen geplant op land waar eerder nooit bossen waren.
Agflatie
Agflatie betreft de stijging van de voedselprijzen als gevolg van de toegenomen vraag naar voedsel voor menselijke consumptie en energie.
Agrichar
Agrichar is een zwarte koolstof, een bijproduct van pyrolyse. Sommigen suggereren dat het het vermogen van de bodem om koolstof op te slaan kan verbeteren.
Luchtverontreiniging
Luchtverontreiniging is de vervuiling van het milieu door een fysische, chemische of biologische oorzaak die de natuurlijke atmosferische kenmerken verandert. Luchtverontreiniging en de impact ervan op de luchtkwaliteit zijn gekoppeld aan ons klimaat en onze ecosystemen. Veel oorzaken van luchtvervuiling, zoals het verbranden van fossiele brandstoffen, stoten ook koolstof uit.
Luchtkwaliteitsindex (AQI)
Een luchtkwaliteitsindex (AQI) geeft de luchtverontreiniging of verwachte vervuilingsniveaus van een specifiek gebied of land aan. Het is een combinatie van soorten vervuiling. Verschillende landen hebben hun eigen AQI's die overeenkomen met andere luchtkwaliteitsnormen.
Alternatieve energie
Alternatieve energie kent twee categorieën:
- Vervangers voor bestaande vloeibare aardolie, zoals ethanol en biodiesel
- Alternatieve manieren om elektrische energie op te wekken en op te slaan, bv. hernieuwbare bronnen zoals wind en zon
Alternatieve energiebronnen zijn van vitaal belang voor klimaatmitigatie.
Anaërobe vergisting
Anaërobe vergisting is het natuurlijke proces van ontbinding en verval, waarbij organisch materiaal onder anaërobe omstandigheden, d.w.z. zonder zuurstof, wordt afgebroken tot eenvoudigere chemische componenten.
Atmosfeer/lucht
De atmosfeer is de gaslaag die de aarde omhult. De atmosfeer bestaat uit stikstof (ongeveer 80%), zuurstof (ongeveer 20%), argon (ongeveer 1%), kooldioxide (0,05%) en sporengassen, waaronder neon, helium, methaan en krypton.
Vermeden emissies
Vermeden emissies kwantificeren de emissies die worden bespaard door producten en diensten die koolstofrijke activiteiten kunnen vervangen door koolstofarme opties. Het vervangen van elektriciteitsopwekking uit fossiele brandstoffen door wind- of zonne-energie vermindert bijvoorbeeld de uitstoot in de hele economie.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
B
Basisjaar
Het basisjaar is de datum die wordt gekozen als uitgangspunt voor het volgen van emissies in de tijd.
Emissies in basisjaar
De emissies in het basisjaar verwijzen naar de hoeveelheid broeikasgasemissies die in het basisjaar worden gegenereerd.
Herberekening van de emissies in het basisjaar
De herberekening van emissies in het basisjaar betreft het herberekenen van emissies in het basisjaar als gevolg van een wijziging in de organisatie of boekhoudkundige methodologie die het emissieniveau bepaalt om de consistentie van de gegevens in de loop van de tijd te waarborgen.
Best-in-class
Best-in-class is een entiteit, bv. een organisatie of land, die een toonaangevende rol speelt op het gebied van duurzaamheidspraktijken en -prestaties.
Beyond Value Chain Mitigation (BVCM)
Beyond Value Chain Mitigation (BVCM) verwijst naar maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen (BKG) buiten de waardeketen van de organisatie te voorkomen, te verminderen of te elimineren. Compensatie en neutralisatie kunnen worden beschouwd als BVCM en een aanvulling op decarbonisatie, in plaats van de vervanging ervan.
Biologisch afbreekbaar
Biologisch afbreekbaar is iets dat vervalt in zijn basiscomponenten en opgaat in de aarde zonder het milieu te schaden. Er blijven geen gifstoffen achter.
Biologisch afbreekbaar gemeentelijk afval (BMW)
Biologisch afbreekbaar gemeentelijk afval (BMW) wordt afgebroken en is beter bekend als vuilnis of afval.
Biodiesel
Biodiesel is een hernieuwbare brandstof voor dieselmotoren. Het is afkomstig van natuurlijke oliën, zoals sojaolie.
Biodiversiteit
Biodiversiteit gaat over de diversiteit aan flora en fauna op aarde. Door de mens veroorzaakte milieuschade vermindert de biodiversiteit. Het creëren van een gezonde, duurzame samenleving vereist het vergroten van de biodiversiteit.
Bio-ethanol
Bio-ethanol is een vervanger voor benzine. Het is afkomstig van graangewassen, zoals tarwe, maïs en suikerriet.
Biobrandstof
Biobrandstoffen zijn brandstoffen die afkomstig zijn van biologische bronnen, zoals gewassen, nieuwe en gebruikte plantaardige oliën, dierlijke vetten en divers afval. Ze kunnen traditionele fossiele brandstoffen aanvullen of vervangen. Het potentieel om de uitstoot van broeikasgassen (GHG) van elke biobrandstof te beperken, kan echter aanzienlijk variëren.
Biomassa/biogas
Biomassa, of biogas, is een vervanger van aardgas. Het is het biologisch afbreekbare deel van afval, producten en residuen van verschillende industrieën zoals landbouw, bosbouw, aquacultuur en visserij. Biomassa kan worden omgezet in elektriciteit, worden verbrand om warmte op te wekken of worden verwerkt tot biobrandstoffen. Omdat het een brandstof is, gebruiken sommige mensen biomassa en biobrandstof door elkaar. Biomassa is een hernieuwbaar organisch materiaal.
Plant-, hout- en ander bioafval zijn de meest voorkomende soorten biomassa die gebruikt worden voor energie. Biomassa is een vast materiaal dat door micro-organismen kan worden omgezet in biogas, voornamelijk methaan (CH₄), wanneer er geen zuurstof is, ook wel anaërobe vergisting genoemd.
Biomimicry
Biomimicry is de praktijk om duurzame oplossingen te zoeken door het nabootsen van de natuur. Het doel is om producten en diensten te creëren die zich op lange termijn aanpassen aan het leven op aarde.
Biofilie
Biofilie is de liefde voor leven en de affiniteit met levende wezens.
Zwartwater
Zwartwater is verontreinigd afvalwater dat vanuit een gebouw in zwartwaterleidingen moet worden afgevoerd om vermenging met grijswater te voorkomen.
Blauwe economie
Een blauwe economie omvat economische activiteiten die duurzame rijkdom creëren uit de oceanen en kusten.
Blauwwater/blauw water
Blauw water verwijst naar oppervlakte- en grondwater.
Blauwwassen
Blauwwassen gebeurt wanneer een organisatie haar toewijding aan verantwoorde sociale praktijken overdrijft of informatie verbergt over haar sociaal schadelijke praktijken.
Bedrijfsmodel
Een bedrijfsmodel is een plan voor het succesvol runnen van een bedrijf, het identificeren van inkomstenbronnen, klantenbestand, producten en financiering. Duurzaamheidsfactoren zoals sociale oorzaken kunnen ook worden opgenomen.
Bedrijfsveerkracht
Bedrijfsveerkracht is het vermogen van een organisatie om zich aan te passen aan een veranderende omgeving, om bepaalde doelstellingen te behalen en te gedijen.
Zakelijke duurzaamheid/corporate sustainability
Zakelijke duurzaamheid, of corporate sustainability, verwijst naar het ethisch en verantwoord beheren van het voortdurende succes van een organisatie met milieu-, sociale en financiële belangen.
Bedrijfstransformatie
Bedrijfstransformatie gaat over het aanbrengen van gedurfde en fundamentele veranderingen in de bedrijfsvoering, in plaats van incrementele veranderingen in de status-quo.
Bijproduct
Bijproducten zijn de overtollige materialen die worden geproduceerd. Bedrijven zullen om financiële en duurzaamheidsredenen proberen hun bijproducten te beperken.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
C
Koolstof (C)
Koolstof (C) is een element dat essentieel is voor het leven op aarde. Het vormt de vetten en koolhydraten van voedsel en maakt deel uit van moleculen, zoals DNA en eiwitten, waaruit ons lichaam bestaat.
Koolstofboekhouding/broeikasgasboekhouding (GHG Accounting)
Koolstofboekhouding, ook bekend als broeikasgasboekhouding (GHG), omvat systematische methodologieën, meting en monitoring om het koolstofdioxide-equivalent (CO₂e) van een entiteit of activiteit te evalueren en te kwantificeren.
Met koolstofboekhouding kunnen alle broeikasgasemissies worden gemeten, zoals koolstofdioxide (CO₂), methaan (CH₄), lachgas (N₂O) en gefluoreerde gassen (F-gassen). Andere gassen dan koolstof worden uitgedrukt als koolstofequivalenten. Het is een populaire manier voor overheden, bedrijven en particulieren om hun impact op het klimaat te beoordelen en te rapporteren. De voordelen zijn onder meer het handhaven van de naleving, het minimaliseren van risico's, het vergroten van de merkwaarde en het verminderen van inefficiëntie.
Belangrijk is dat koolstof, of meer specifiek CO₂, het belangrijkste broeikasgas is als gevolg van menselijke activiteiten, maar het is niet het enige. Koolstof wordt soms onnauwkeurig gebruikt om alle broeikasgasactiviteiten te beschrijven.
Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM)
Het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) van de EU stelt een koolstofprijs in op de invoer van producten uit landen met een minder ambitieus nationaal beleid inzake klimaatverandering. Het systeem, dat in 2021 door de Europese Commissie is voorgesteld, heeft tot doel koolstoflekkage te voorkomen. Als onderdeel van de Europese Green Deal zal de CBAM naar verwachting in 2026 in werking treden.
Koolstofbudget
Het koolstofbudget is de hoeveelheid broeikasgassen (BKG's) die de mensheid tegen het einde van deze eeuw in de atmosfeer kan uitstoten en toch de wereldwijde temperatuurstijging kan beperken in vergelijking met pre-industriële niveaus (1850-1900).
Volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) kan de atmosfeer, gerekend vanaf begin 2020, niet meer dan 400 gigaton koolstofdioxide (CO₂) absorberen als we onder de drempel van 1,5°C van het Akkoord van Parijs willen blijven. Het koolstofbudget betreft een bijna lineaire relatie tussen cumulatieve emissies en temperatuurstijging.
Koolstofafvang en -opslag (CCS)
Koolstofafvang en -opslag (CCS) omvat het afvangen van koolstofdioxide (CO₂) uit chemische of biomassacentrales om de CO₂-uitstoot te verminderen. Het gaat onder meer om bosbouw en luchtfiltermachines die CO₂ in de lucht opvangen. Innovatieve compensatie-inspanningen omvatten vaak CCS-mechanismen.
Koolstofkrediet / Carbon credit
Een carbon credit is een verhandelbaar certificaat of vergunning die een bedrijf stimuleert om zijn uitstoot te verminderen. Wanneer organisaties initiatieven voor koolstofcompensatie opzetten, ontvangen ze een overdraagbaar of verhandelbaar carbon credit of -token. Een krediet stelt het bedrijf in staat om broeikasgassen (GHG's) uit te stoten en dit elders te compenseren. Een krediet of credit staat voor één ton koolstofdioxide (CO₂) die wordt verminderd of verwijderd uit de atmosfeer.
Een bedrijf stelt een emissieplafond vast, dat periodiek wordt verlaagd. Als een bedrijf deze limiet overschrijdt, krijgt het een boete. Ongebruikte certificaten kunnen worden verkocht aan andere bedrijven. De certificaten zijn een marktgericht mechanisme om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het aantal beschikbare credits wordt in de loop van de tijd verminderd om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. In de praktijk kunnen eigenaren met deze credits de uitstoot van broeikasgassen verminderen om dichter bij netto nul te komen.
De term verwijst ook naar aangekochte credits waarmee emissieverlagende projecten worden gefinancierd.
Koolstofcyclus
De koolstofcyclus omvat de processen waarin koolstof (C) atomen door het land, de oceaan, de atmosfeer en het binnenste van de Aarde circuleren.
Kooldioxide (CO₂)
Kooldioxide (CO₂) is een kleurloos, reukloos gas dat bestaat uit een deel koolstof en twee delen zuurstof. Het is een natuurlijk onderdeel van de atmosfeer van de aarde en is een van de meest voorkomende broeikasgassen (BKG's).
CO₂ komt vrij door menselijke activiteiten, zoals het verbranden van fossiele brandstoffen en ontbossing, maar ook door natuurlijke processen. Doordat de mens meer CO₂ in de atmosfeer afgeeft dan de huidige biologische processen afvoeren, neemt het CO₂-gehalte in de atmosfeer en oceanen jaarlijks toe. Andere broeikasgassen zijn methaan (CH₄), lachgas (N₂O) en gefluoreerde gassen (F-gassen).
Kooldioxide-equivalent (CO₂e)
Kooldioxide-equivalent (CO₂e) is een maatstaf die uit één eenheid bestaat en die gebruikt wordt om de uitstoot van verschillende broeikasgassen (BKG's) te harmoniseren op basis van hun globaal verwarmingspotentieel (GWP).
In de broeikasgasboekhouding is CO₂e nauwkeuriger dan alleen CO₂, omdat het de GWP's dekt van alle broeikasgassen die warmte opvangen en de atmosfeer van de aarde opwarmen.
Koolstofemissies/broeikasgasemissies (BKG)
Koolstofemissies, of broeikasgasemissies (BKG), zijn de emissies van kooldioxide (CO₂) die in de atmosfeer vrijkomen. CO₂ is het belangrijkste broeikasgas dat wordt uitgestoten door menselijke activiteiten.
CO2-voetafdruk
Een carbon footprint meet de totale uitstoot van broeikasgassen (BKG), in koolstofequivalenten, die in de loop der tijd geproduceerd worden door de activiteiten van een individu, praktijk, product, organisatie of natiestaat.
Carbon Footprint Verificatie (CFV)
Carbon Footprint Verificatie (CFV) heeft tot doel de carbon footprint van een organisatie te verifiëren. Een organisatie moet gegevens verzamelen over emissies die worden veroorzaakt door haar activiteiten, producten en diensten. Zodra de gegevens verzameld zijn, kan een onafhankelijke instantie, zoals SGS, de nauwkeurigheid van de gegevens en de CO2-voetafdruk van de organisatie verifiëren om de organisatie te helpen begrijpen welk emissieniveau ze moet verminderen en/of compenseren om CO2-neutraal te worden.
CFV is essentieel om geloofwaardigheid te bieden en de belanghebbenden gerust te stellen dat de CO2-voetafdruk van de organisatie nauwkeurig en volledig is, en voldoet aan de belangrijkste rapportagenormen voor broeikasgassen (BKG).
Carbon insetting
“Carbon insetting” is gericht op het verminderen van de uitstoot en de CO2-voetafdruk van een organisatie binnen de toeleveringsketen of industrie. De strategie omvat investeringen in op de natuur gebaseerde oplossingen, zoals herbebossing, agroforestry, hernieuwbare energie en regeneratieve landbouw. Deze hebben tot doel koolstof vast te leggen en positieve effecten te creëren voor gemeenschappen, landschappen en ecosystemen die verband houden met de waardeketen van het bedrijf.
Koolstofintensiteit
Koolstofintensiteit verwijst naar de koolstofemissies van een groep, individu, organisatie of land per eenheid economische activiteit. Voorbeelden hiervan zijn de verkoop, het bruto binnenlands product (bbp) of de opwekking van energie.
Labelen van hoeveelheid CO2
Koolstoflabeling betreft de hoeveelheid ingebedde koolstof in een product.
Koolstoflekkage
Koolstoflekkage verwijst naar een organisatie die haar activiteiten verplaatst naar landen met zwakkere koolstof- en duurzaamheidswetgeving. Hierdoor kan de milieuvoetafdruk van de organisatie stijgen, doordat er meer vervuild kan worden en de milieukosten van het transport toenemen.
Verhuizen naar minder gereguleerde landen kan ook leiden tot onnauwkeurige koolstofmetingen, waardoor het in kaart brengen en toeschrijven van koolstofemissies scheefgetrokken wordt. Het risico op koolstoflekkage kan groter zijn in energie-intensieve industrieën.
Koolstofmarkt
Een koolstofmarkt is een vrijwillig of wettelijk geëxploiteerd systeem dat de handel in koolstofkredieten tussen private en publieke entiteiten mogelijk maakt. Koolstofmarkten nemen vele vormen aan, zoals cap-and-trade-systemen of koolstofbelastingen, maar het belangrijkste principe blijft: marktmacht gebruiken om de uitstoot van broeikasgassen (BKG) te verminderen en de effecten van klimaatverandering te verzachten.
Het doel is om een economische prikkel te creëren voor bedrijven om hun emissies te verminderen, omdat ze ongebruikte emissierechten kunnen verkopen aan anderen die ze nodig hebben. Het Protocol van Kyoto definieerde de eerste koolstofmarkt en creëerde drie mechanismen om emissiereducties te bereiken:
- Internationale emissiehandel (IET)
- Gezamenlijke implementatie
- Schoon ontwikkelingsmechanisme
Koolstofnegatief
Koolstofnegatief wordt bereikt wanneer de activiteiten van een bedrijf verder gaan dan het bereiken van netto nul koolstofemissies door extra koolstofdioxide (CO₂) uit de atmosfeer te verwijderen.
Koolstofneutraliteit/koolstofneutraal
Koolstofneutraal (Carbon Neutral) is een toestand waarin de carbon footprint gedurende een bepaalde periode is afgenomen als gevolg van een verminderde uitstoot of een verbeterde verwijdering van broeikasgassen (BKG). Is de carbon footprint groter dan nul, dan wordt die gecompenseerd.
Koolstofcompensatie
Koolstofcompensatie is de vrijwillige of verplichte aankoop van koolstofkredieten om de emissies van een entiteit in evenwicht te brengen. De prijs van een koolstofkrediet dat wordt gebruikt voor compensatie is de maatstaf bij het vergelijken van een investering voor directe interne reducties.
Sommige emissies van broeikasgassen (BKG) zijn onmogelijk te vermijden, en compensatie door middel van koolstofkredieten helpt bij het bereiken van klimaatneutraliteit en netto-nuldoelstellingen. Onder compensatie vallen investeringen in hernieuwbare energiebronnen, energie-efficiëntie, herbebossing, CO2-afvang en CO2-opslag door het planten van bomen of het herstellen van land.
Koolstofpositief/klimaatpositief
Koolstofpositief, ook wel klimaatpositief genoemd, wordt door bedrijven gebruikt om aan te kondigen dat ze verder gaan dan koolstofneutraliteit door meer uitstoot van broeikasgassen (BKG) te verminderen/verwijderen dan ze genereren.
CO2-beprijzing
Bij koolstofbeprijzing worden kosten toegeschreven aan het uitstoten van koolstofdioxide (CO₂) in de atmosfeer, meestal via een vergoeding per ton uitgestoten CO₂, maar andere mogelijke maatregelen zijn het beperken van de totale uitstoot die organisaties mogen produceren en het afgeven van vergunningen. Het bekostigen van emissies wordt beschouwd als de meest efficiënte manier om entiteiten aan te moedigen hun emissies te verminderen.
Carbon Reduction Commitment (CRC)
Het Carbon Reduction Commitment (CRC)-programma past verplichte emissiehandel toe om de CO2-emissies van grote commerciële en publieke organisaties te verminderen.
Koolstofvastlegging
Koolstofvastlegging is de natuurlijke of gefabriceerde afvang en opslag van koolstofdioxide (CO₂). Bij het afvangen en opslaan van koolstof leggen we het vast, waardoor het niet in de atmosfeer terechtkomt. Het planten van bomen is daar een voorbeeld van.
Koolstofput
Een koolstofput is een plek die meer koolstof absorbeert dan er vrijkomt. Het haalt voortdurend koolstof uit de atmosfeer door middel van fotosynthese. Bossen, oceanen en andere natuurlijke omgevingen zijn voorbeelden.
Koolstoftoken
Een koolstoftoken is een digitaal actief dat wordt beheerd door een slim contract in een blockchain waarbij een reële vermindering van één ton koolstofdioxide (CO₂) uitstoot wordt bereikt. Het actief verifieert eigendom en vereenvoudigt het handelsproces voor koolstofkredieten.
Een ander voorbeeld is een non-fungible token (NFT), dat enkele, unieke aandelen van afgevangen CO₂ vertegenwoordigt voor een specifieke tijd en plaats. Het gebruik van blockchain-technologie voor koolstoftokens is controversieel vanwege de energie-intensieve processen van blockchain.
CDP (oorspronkelijk het Carbon Disclosure Project)
Het CDP (oorspronkelijk het Carbon Disclosure Project) is een wereldwijde non-profitorganisatie die het wereldwijde milieuopenbaarmakingssysteem beheert voor investeerders, bedrijven, steden en overheden. Het stelt hen in staat om hun effecten te beoordelen en dringende actie te ondernemen om een echt duurzame economie op te bouwen.
Kringloopeconomie
Een circulaire economie heeft tot doel afval te elimineren door hulpbronnen te hergebruiken, te verminderen, te recyclen, opnieuw te ontwerpen, te delen en te repareren. Het houdt producten zoveel mogelijk in omloop door het materiaalverbruik te verminderen, processen te stroomlijnen en afval in te zamelen voor hergebruik. Dit heeft tot doel het gebruik van grondstoffen en de productiegerelateerde emissies te verminderen.
Een circulaire economie maakt optimaal gebruik van producten of diensten. Wanneer de levenscyclus van een product voorbij is, moeten de materialen herbestemd worden voor de productiefase. Een traditionele lineaire economie gaat maken, gebruiken, weggooien.
Clean Development Mechanism (CDM) (Schoon ontwikkelingsmechanisme)
Dankzij het Clean Development Mechanism (CDM) van de VN kunnen emissiereductieprojecten in ontwikkelingslanden gecertificeerde emissieverlagingscredits (CER) verdienen. Elk krediet staat gelijk aan één ton koolstofdioxide-equivalent (CO₂e).
Deze gecertificeerde emissieverlagingscredits kunnen worden verhandeld, gekocht en verkocht. Geïndustrialiseerde landen gebruiken ze om te helpen voldoen aan de emissiecompensatiedoelstellingen van het Kyoto-protocol.
Schone technologie/cleantech/groene technologieën/eco-technologieën
Schone technologie, ook bekend als cleantech, groene technologieën of ecotechnologieën, verwijst naar technologieën en processen die gericht zijn op het beperken van negatieve milieueffecten, zoals afval en koolstofemissies, met name in vergelijking met fossiele brandstoffen. Voorbeelden van schone technologie zijn zonne- en windenergie, biobrandstoffen, recycling en slimme verlichting.
Klimaat
Klimaat is het gemiddelde weer van een specifieke geografische regio gedurende een bepaalde tijd. Deze periode, de zogenaamde standaardperiode, duurt over het algemeen 30 jaar. Als de statistische gemiddelde waarden voor temperatuur, wind of regen over een langere periode (decennia of langer) veranderen, toont dit klimaatverandering aan.
Klimaatactie
Klimaatactie is een reeks activiteiten om de klimaatverandering en de gevolgen ervan aan te pakken. Dit wordt meestal gedaan door de uitstoot van broeikasgassen (BKG) te verminderen.
Klimaatadaptatie/aanpassing aan klimaatverandering
Klimaatadaptatie, of aanpassing aan klimaatverandering, is het voorbereiden op en aanpassen aan de huidige en verwachte gevolgen van klimaatverandering. Het kan gaan om beleid en maatregelen om samenlevingen en bedrijven weerbaarder te maken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Steden en dorpen kunnen bijvoorbeeld zeeweringen bouwen om te beschermen tegen de stijgende zeespiegel.
Klimaatverandering
Klimaatverandering verwijst naar de gemiddelde temperatuur- en weerpatroonverschuivingen die een specifieke locatie over een langere periode bepalen. Ze kan tevens leiden tot een stijging van de temperatuur op aarde door de uitstoot van warmtevasthoudende gassen bij de winning en het gebruik van fossiele brandstoffen zoals olie en steenkool.
Sommige verschuivingen zijn natuurlijk, maar sinds 1980 zijn menselijke activiteiten wel de belangrijkste oorzaak van klimaatverandering. Dit komt in de eerste plaats door het verbranden van fossiele brandstoffen die meer broeikasgassen (BKG's) in de atmosfeer en oceanen vrijgeven dan een natuurlijke cyclus kan verwerken. Dit veroorzaakt lokale en wereldwijde klimaatverschuivingen en versnelde veranderingen.
Terwijl de uitstoot blijft toenemen, is de aarde momenteel gemiddeld 1,1°C warmer dan aan het einde van de 18e eeuw. Klimaatverandering staat over het algemeen gelijk aan warmere temperaturen, maar andere effecten zijn droogte, branden, overstromingen, stormen, smeltend ijs en verlies van biodiversiteit.
Impact op het klimaat
Impact op het klimaat is de samenwerking tussen sectoren om grootschalige veranderingen teweeg te brengen.
Klimaatmitigatie/mitigatie van klimaatverandering
Klimaatmitigatie, of mitigatie van klimaatverandering, is het proces van het minimaliseren van de uitstoot van broeikasgassen (BKG) en het verminderen van de hoeveelheid warmtevasthoudende vervuiling. Deze mitigatie verschilt van klimaatadaptatie, waarbij acties worden ondernomen om ons leven of onze infrastructuur aan te passen aan een nieuwe realiteit.
Voorbeelden van klimaatmitigatie zijn onder meer het overschakelen op hernieuwbare energie of het energiezuiniger maken van oudere apparatuur om de effecten van klimaatverandering te beperken.
Klimaatpositief
Klimaatpositief treedt op wanneer een organisatie of individu de koolstofneutraliteit overschrijdt door extra koolstofdioxide (CO₂) uit de atmosfeer te verwijderen, ook wel koolstofnegatief genoemd.
Klimaatbestendigheid
Klimaatbestendigheid is het tijdige en efficiënte vermogen om een gemeenschap, bedrijf of de natuurlijke omgeving te ondersteunen voor, tijdens en na een klimaatgebeurtenis. Klimaatbestendigheid verschilt van klimaatadaptatie, maar de twee zijn vaak met elkaar verbonden.
Klimaatrisico
Klimaatrisico benadrukt de kwetsbaarheid van mensen en bedrijven als gevolg van bosbranden, droogtes, voedselschaarste en andere effecten van klimaatverandering. Het is het potentieel voor klimaatverandering om negatieve effecten te hebben op menselijke of ecologische systemen. Risico's vallen uiteen in twee hoofdcategorieën:
- Risico's van de overgang naar een groenere economie, zoals het verliezen van een marktaandeel door af te stappen van producten die gebaseerd zijn op fossiele brandstoffen
- Risico's met betrekking tot de fysieke effecten van klimaatverandering, zoals ondergelopen panden
Beoordeling van klimaatrisico's en -kwetsbaarheden (CRVA)
In de beoordeling van klimaatrisico's en -kwetsbaarheden (CRVA) worden de kansen op huidige en toekomstige klimaatrisico's geëvalueerd. Het is een cruciaal proces voor lokale autoriteiten om inzicht te krijgen in de milieu- en sociale effecten die klimaatverandering zal hebben op hun rechtsgebied.
Gesloten kringloop/gesloten kringloopeconomie
Een gesloten kringloop, ook wel gesloten kringloopeconomie genoemd, is de meest duurzame vorm van produceren en consumeren. In het productieproces wordt materiaalafval hergebruikt om extra producten te maken of gerecyclede materialen opnieuw te gebruiken. In een circulaire economie komt de input om een product te maken overeen met de output in een gesloten kringloop.
Gezamenlijk beheerde inventaris (CMI)
Bij co-management inventory (CMI) werken retailers en fabrikanten samen om de voorraad te verlagen en zo de beschikbaarheid van producten in de supply chain te verbeteren.
Warmtekrachtkoppeling (WKK)
Warmtekrachtkoppeling (WKK) maakt gebruik van afvalwarmte, een bijproduct van energieproductie, om ruimtes te verwarmen en het energieverbruik te verminderen, waardoor emissies en geld worden bespaard.
Composteren/composteerbaar
Composteren is de gecontroleerde afbraak van organische materialen. Dit zijn de juiste omstandigheden die een materiaal nodig heeft om volledig af te breken in niet-giftige componenten die de plantengroei ondersteunen.
Conferentie van de Partijen (COP)
De Conferentie van de Partijen, beter bekend als COP, is het besluitvormingsorgaan van het Raamverdrag van de Verenigde Naties over klimaatverandering (UNFCCC). Dit omvat een jaarlijkse internationale klimaatbijeenkomst om universele actie aan te moedigen.
COP betekent dat de landen die zijn toegetreden wettelijk "partij" zijn bij het UNFCCC. Partijen bij het verdrag hebben zich ertoe verbonden vrijwillige maatregelen te nemen om "gevaarlijke antropogene (door de mens veroorzaakte) interferentie met het klimaatsysteem te voorkomen". De eerste COP-bijeenkomst, COP1, werd in 1995 gehouden in Berlijn, Duitsland.
Bewust kapitalisme
Bewust kapitalisme is een maatschappelijk verantwoord raamwerk voor het kapitalisme in de zakelijke en politieke arena's. Het legt de nadruk op het creëren van menselijke waarde naast winstwaarde.
Bewust consumentisme/ethisch consumentisme
Bij bewust of ethisch consumentisme stemmen klanten met hun portemonnee door verantwoord geproduceerde producten en diensten te kopen, bijvoorbeeld producten en diensten die werknemers niet schaden of uitbuiten en die de impact op het milieu minimaliseren.
Natuurbescherming
Natuurbescherming is de bescherming en het behoud van natuurlijke habitats, zoals regenwouden, mangroven en heidevelden.
Consolidatie/consolidatie van logistiek
Bij consolidatie, ook wel consolidatie van logistiek genoemd, worden twee of meer leveringen gecombineerd tot één. Het kan verwijzen naar inkomende en uitgaande transporten. Op grotere schaal kan consolidatie betrekking hebben op het consolideren van gehele transportstromen.
Conventie over Biologische Diversiteit (CBD)
De Conventie over Biologische Diversiteit (CBD) van de VN heeft tot doel de biologische diversiteit van de aarde te beschermen en te behouden voor toekomstige generaties.
Corporate Carbon Footprint (CCF)
De corporate carbon footprint (CCF) vertegenwoordigt de directe en indirecte uitstoot van kooldioxide-equivalenten (CO₂e) door een rapporterend bedrijf gedurende een bepaalde periode, meestal een jaar.
Controverses in het bedrijfsleven
Controverses in het bedrijfsleven doen zich voor wanneer een organisatie of een van haar vertegenwoordigers ongepast, onethisch of nalatig handelt, met negatieve gevolgen voor belanghebbenden. Dit kan resulteren in schade aan de organisatie en in sommige gevallen zelfs in de ineenstorting ervan.
Corporate governance
Corporate governance was een raamwerk dat oorspronkelijk was ontworpen om ervoor te zorgen dat het management van een organisatie in het belang van de aandeelhouders handelde. De laatste tijd wordt meer erkend hoe waardevol het is om rekening te houden met alle belanghebbenden.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) stelt een bedrijf in staat om bepaalde sociale doelen of bijdragen op te nemen in zijn bedrijfsmodel of werknemerscultuur. Het helpt hen de sociale en ecologische voordelen te meten naast organisatorische doelstellingen zoals winstgevendheid.
Richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (CSDDD/CS3D)
De EU-richtlijn inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid en (CSDDD/CS3D) is belangrijke wetgeving die organisaties binnen en buiten de EU verplicht om in al hun activiteiten, dochterondernemingen en waardeketens passende zorgvuldigheid (due diligence) toe te passen op het gebied van milieu en mensenrechten. Het doel van de richtlijn is het bevorderen van duurzaam en verantwoord bedrijfsgedrag en het verankeren van mensenrechten en milieuoverwegingen in de activiteiten en corporate governance van organisaties.
De CSDDD zal ervoor zorgen dat bedrijven de negatieve gevolgen van hun acties aanpakken, ook die in hun waardeketens binnen en buiten Europa. Dit zal het risico op negatieve gevolgen voor de mensenrechten en het milieu binnen wereldwijde waardeketens verminderen.
De voordelen voor burgers, bedrijven en ontwikkelingslanden zijn verstrekkend en omvatten:
- Betere bescherming van mensenrechten en milieu
- Betere toegang tot de rechter voor slachtoffers
- Een geharmoniseerd wettelijk kader voor ondernemingen in de EU
- Betere toegang tot financiering
- Verbeterde levensomstandigheden
Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)
De EU-richtlijn met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (CSRD) is op 5 januari 2023 in werking getreden met het doel de regels met betrekking tot de sociale en milieu-informatie waarover organisaties moeten rapporteren, te moderniseren en te versterken.
De CSRD zal:
- Financiële gegevens, informatie over milieu, maatschappij en governance (ESG) en borging combineren
- De Richtlijn Niet-Financiële Rapportage (NFRD) vervangen
- De consistentie en kwaliteit van informatie over duurzaamheid verbeteren
- ESG-rapportagevereisten uiteenzetten
- Een gemeenschappelijk kader opzetten voor het rapporteren van niet-financiële gegevens
- De NFRD over wie moet rapporteren en wat moet worden gerapporteerd uitbreiden
- Strikte, robuuste en gestandaardiseerde rapporten handhaven
- Verandering versnellen en transparantie creëren in alle sectoren door de openbaarmaking, rapportage en borging van duurzaamheidsstatistieken te standaardiseren
Een bredere groep grote ondernemingen en beursgenoteerde kleine tot middelgrote ondernemingen (kmo's) zal voortaan verplicht zijn om te rapporteren over duurzaamheid, vergeleken met de NFRD-toelatingscriteria. De richtlijn zal naar schatting het aantal getroffen organisaties verhogen van ongeveer 11.000 naar 50.000.
Voor in de EU gevestigde organisaties en niet-EU-organisaties met in de EU gevestigde dochterondernemingen of effecten op door de EU gereglementeerde markten zal de weg naar duurzamere praktijken onvermijdelijk zijn.
Naast organisaties die momenteel onder het toepassingsgebied van de NFRD vallen, zal de CSRD gevolgen hebben voor alle organisaties in de EU met:
- Een netto-omzet van 40 miljoen EUR of meer
- Minstens 20 miljoen EUR in activa
- 250 of meer werknemers
Elke beursgenoteerde organisatie zal ook getroffen worden, behalve micro-ondernemingen in het begin. De eerste bedrijven moeten de nieuwe regels in het boekjaar 2024 toepassen, voor rapporten die in 2025 worden gepubliceerd.
Van wieg tot wieg
Van wieg tot wieg (cradle to cradle) is een andere term voor een circulaire economie. In plaats van een product helemaal opnieuw te vervaardigen, wordt hierbij een nieuw product gecreëerd uit het oude product.
Van wieg tot graf
Van wieg tot graf (cradle to grave) verwijst naar de levenscyclus van een product, van creatie tot eindgebruik.
Crowdfunding
Bij crowdfunding netwerken mensen en bundelen ze hun geld, meestal online, om een reeks activiteiten te ondersteunen, waaronder het financieren van startups, rampenbestrijding en campagnes.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
D
Decarbonisatie
Decarbonisatie betreft het verwijderen of verminderen van alle door de mens veroorzaakte koolstofemissies in de atmosfeer. Dit wordt bereikt door middel van breed inzetbare maatregelen om de koolstofemissies van de activiteiten van een organisatie of individu te verminderen of te elimineren.
Decarbonisatie verschilt van klimaatneutraliteit omdat het gericht is op het verminderen van de absolute koolstofemissies en -intensiteit. Klimaatneutraliteit houdt niet noodzakelijkerwijs decarbonisatie in, aangezien klimaatneutraliteit alleen kan worden bereikt door carbon credits te kopen.
Gedecentraliseerde energie (DE)
Bij gedecentraliseerde energie (DE) wordt energie op lokale schaal geproduceerd, weg van de conventionele grootschalige productieprocessen van energiecentrales.
Ontbossing
Ontbossing is het proces waarbij bossen worden gekapt voor natuurlijke hulpbronnen of om land vrij te maken voor landbouw of bouw. Dit is schadelijk voor het milieu omdat het omgezette land meestal koolstof uitstoot en met minder bomen minder goed in staat is om koolstofdioxide (CO₂) op te nemen. Ontbossing die sneller plaatsvindt dan bossen zich kunnen herstellen, veroorzaakt milieuschade, zoals verlies van biodiversiteit en klimaatverandering.
Digitale CO2-voetafdruk
Een digitale CO2-voetafdruk is de hoeveelheid broeikasgasemissies (GHG) die digitale apparaten, tools en platforms produceren. Alle technologie, zoals cloud computing, mobiele telefoons en internetgebruik, produceert een digitale CO2-voetafdruk.
Digitale soberheid
Digitale soberheid heeft tot doel de schadelijke milieu-impact van smartphones, internetgebruik, digitale media en andere technologieën dagelijks te beperken. De weg naar duurzaamheid omvat acties zoals het kopen van minder apparaten en machines met een lager vermogen, het verwijderen van e-mails, het kiezen van mediaconsumptie met een lagere definitie en het duurzaam ontwikkelen van software.
Directe emissies/directe uitstoot van broeikasgassen (GHG)
Directe emissies, of directe uitstoot van broeikasgassen, zijn afkomstig van bronnen die eigendom zijn van, geproduceerd en gecontroleerd worden door een organisatie. Dit zijn scope 1-emissies, volgens het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol). Merk op dat indirecte emissies het gevolg zijn van de activiteiten van de rapporterende organisatie, maar worden gecontroleerd of geproduceerd door een ander bedrijf.
Openbaarmaking/openbaar maken
Openbaarmaking, zoals openbaarmakingen en rapporten op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG), zorgt ervoor dat een organisatie haar ESG-gerelateerde gegevens over bedrijfsactiviteiten, kansen en risico's evalueert en openbaar maakt. Organisaties meten en maken risico's bekend met behulp van een of meer geselecteerde duurzaamheidskaders. Kapitaalmarkten en inkooporganisaties gebruiken dergelijke gegevens om doordachte beslissingen te nemen.
Diversiteit en inclusie
Diversiteit en inclusie zijn twee brede gebieden. Diversiteit gaat over de verschillen in mensen, zoals geslacht, leeftijd, etniciteit, handicap, seksuele geaardheid, religie en overtuiging.
Inclusie omarmt en bevordert diversiteit, pakt ongelijkheid aan en zorgt ervoor dat mensen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen, ongeacht hun achtergrond of overtuigingen.
Doha-wijziging
De Doha-wijziging van het Kyoto-protocol stelt de tweede verbintenisperiode (2013-2020) vast om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
Deze wijziging versterkt eenzijdig de verbintenissen van individuele partijen en helpt ontwikkelingslanden met een lage uitstoot van broeikasgassen toegang te krijgen tot financiële bijstand om zich aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering. Ze voegde verder stikstoftrifluoride (NF₃) toe aan de lijst van opgenomen broeikasgassen.
Dubbele materialiteit (double materiality) richt zich op twee hoofdgebieden:
- De impact van een bedrijf op het milieu en de mensen (van binnen naar buiten)
- Duurzaamheidsgerelateerde ontwikkelingen en gebeurtenissen die risico's en kansen creëren voor een organisatie (outside-in positie)
Dubbele materialiteit is van fundamenteel belang om te voldoen aan de richtlijn met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (CSRD). In het kader van de CSRD moeten organisaties bekendmaken wat hun impact op het bovenstaande is en hoe ze de organisatie in de toekomst kunnen beïnvloeden.
Aan de hand van een dubbele materialiteitsbeoordeling kunt u vaststellen welke duurzaamheidsaspecten het meest van belang zijn voor het bedrijf en de betrokken partijen. Deze analyse:
- Bepaalt de omvang van de duurzaamheidsrapportage
- Maakt een efficiënte toewijzing van de middelen mogelijk die nodig zijn voor CSRD-naleving
- Levert essentiële inzichten voor het vormgeven van de bedrijfsstrategie
Bij double materiality kan een duurzaamheidsthema van wezenlijk belang zijn voor een organisatie wanneer deze voldoet aan de materialiteits- en/of financiële materialiteitseisen, vandaar het woord 'dubbele'.
Donut economie
Donuteconomie is een theorie, weergegeven via een donutvormig diagram, voor het opereren binnen sociale en ecologische duurzaamheidsgrenzen.
Ombuiging
Een ombuiging gebeurt wanneer de niveaus van broeikasgassen (GHG) in de atmosfeer stoppen met stijgen en beginnen te dalen.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
E
Milieubewust
Milieubewust is de mentaliteit om zich waar mogelijk te richten op het verminderen van de impact op het milieu.
Ecowijken
Een ecowijk is een collaboratieve planningsaanpak die zich richt op regeneratieve stedelijke ontwikkeling op buurtniveau.
Eco-voetafdruk
Een eco-voetafdruk is het gebied van natuurlijke hulpbronnen dat een menselijke bevolking nodig heeft om de producten te produceren die ze consumeert en om haar afval te absorberen.
Milieuvriendelijk
Milieuvriendelijk heeft over het algemeen betrekking op milieubewuste acties die minimale schade toebrengen aan de aarde. Als het gaat om marketing en groene marketing, kan het gebruik van "milieuvriendelijk" het beste worden vermeden, omdat het vaag en veranderlijk is en van invloed kan zijn op uw business. Zie onze definitie van Greenwashing.
Ecologische voetafdruk
Uw ecologische voetafdruk meet hoeveel natuurlijke hulpbronnen u dagelijks gebruikt en hoeveel land uw levensstijl vereist. De milieu-impact van een persoon of gemeenschap is de hoeveelheid land die nodig is om het gebruik van natuurlijke hulpbronnen te kunnen voortzetten.
Ecologisch herstel
Ecologisch herstel is het complexe proces van het kunstmatig herstellen van een ecosysteem in zijn oorspronkelijke vorm. Onderzoek suggereert echter dat als een ecosysteem eenmaal is beschadigd, het bijna onmogelijk is om het in zijn oorspronkelijke vorm te herstellen. Ecologisch herstel is dan nog steeds een cruciaal proces.
Elektrisch voertuig/EV
Een elektrisch voertuig, of EV, werkt op elektriciteit die met een oplaadbare batterij wordt aangedreven.
Elektronisch afval/e-waste
Elektronisch afval, of e-waste, is elektronica die bijna aan het einde van de nuttige levensduur is. Groene technologie en duurzaamheidsbenaderingen zijn gericht op het verlengen van de levensduur van apparaten, met behulp van functies uit de circulaire economie om e-waste tot een minimum te beperken. De prioriteit is om afval te verminderen voordat apparaten worden opgeknapt en overgaan tot recycling.
Ingebedde koolstof/opgenomen koolstof
Ingebedde koolstof, of opgenomen koolstof, beschrijft hoe de carbon footprint van een product (CFP), gemeten aan de hand van een volledige levenscyclusanalyse, gewoonlijk wordt gemeten in kilogram koolstofdioxide-equivalent (kgCO₂e) per kg materiaal.
Ingebed water/virtueel water/opgenomen water/schaduwwater
Ingebed water (dat tal van verschillende namen kent) is de hoeveelheid water die wordt gebruikt om een goed productieproces van begin tot eind te verkrijgen.
Emissies/emissies naar lucht
Emissies, of emissies naar lucht, zijn alle gassen, inclusief verontreinigende stoffen, broeikasgassen (GHG's) en andere stoffen, die mogelijk van invloed kunnen zijn op de luchtkwaliteit en kunnen bijdragen aan veranderingen in het milieu. Sinds de industrialisatie hebben menselijke activiteiten de chemische samenstelling van onze atmosfeer aanzienlijk veranderd door het vrijkomen van broeikasgassen (GHG) en stoffen.
Emissiehandel/cap-and-trade
Emissiehandel, of cap-and-trade, is een marktsysteem om de uitstoot van broeikasgassen (GHG) te verminderen. Bij een emissiehandelsregeling stelt een overheid een limiet vast aan de totale hoeveelheid emissies die een bepaalde sector of regio mag produceren. Dit plafond wordt vervolgens opgesplitst in een bepaald aantal emissierechten, die elk het recht vertegenwoordigen om een bepaalde hoeveelheid broeikasgassen uit te stoten.
Deze emissierechten kunnen worden gekocht en verkocht, zodat bedrijven die hun emissies tegen lagere kosten kunnen verminderen, hun overtollige emissierechten kunnen verkopen aan bedrijven die het duurder vinden om de uitstoot te verminderen.
Het doel is om een economische stimulans te creëren om emissies te verminderen, aangezien organisaties ongebruikte emissierechten kunnen verkopen aan andere entiteiten die ze nodig hebben. Dit zorgt voor de meest kosteneffectieve emissiereducties, aangezien bedrijven hun emissies natuurlijk zullen verminderen waar dit het goedkoopst is. Emissiehandelssystemen kunnen de emissies van een specifieke sector reguleren, zoals elektriciteitscentrales of fabrieken, of zelfs een heel land of regio.
Energiezuinig/energie-efficiëntie
Energie-efficiëntie houdt in dat er zo weinig mogelijk energie wordt gebruikt om stroom te leveren. Het doel is om dezelfde taak of hetzelfde resultaat te bereiken met minder energie.
Milieurechtvaardigheid
Milieurechtvaardigheid heeft tot doel alle mensen, ongeacht ras, huidskleur, nationaliteit of inkomen, eerlijk te behandelen met betrekking tot milieuwetten, -voorschriften en -beleid. De benadering stelt dat geen enkele groep een onevenredig aandeel mag hebben in de negatieve gevolgen voor het milieu.
Milieubeheersystemen
Milieubeheersystemen omvatten processen en praktijken die een organisatie in staat stellen haar impact op het milieu te beperken. Het meest gebruikte raamwerk is ISO 14001 – milieubeheersystemen.
Milieu, maatschappij en governance (ESG)
Milieu, maatschappij en governance (ESG) maakt gebruik van standaardcriteria om de prestaties en het succes van een organisatie op het gebied van duurzaamheid te beoordelen en aan te tonen.
Belanghebbenden verwachten dat organisaties niet alleen financiële prestaties leveren, maar ook een positieve bijdrage leveren aan de samenleving:
- Milieucriteria bekijken hoe een organisatie presteert als rentmeester van de natuur
- Sociale criteria gaan over hoe een organisatie sociale relaties beheert met werknemers, leveranciers, klanten en de gemeenschappen waarin ze actief is
- Governance gaat over het leiderschap van een organisatie, de beloning van leidinggevenden, audits, interne controles en aandeelhoudersrechten
ESG is de basis voor tal van regelgeving, zoals de Non-Financial Reporting Directive (NFRD), Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR).
De groeiende belangstelling van beleggers en bedrijven voor het meten en rangschikken van ESG weerspiegelt het perspectief dat bij het beoordelen van zakelijk succes ESG een rol moet spelen.
Kaders op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG)
De kaders op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG) variëren, maar bevatten doelstellingen die bedrijven kunnen gebruiken om te rapporteren over ESG-kwesties. Een effectieve materialiteitsanalyse vereist het juiste ESG-kader. Er is echter geen one-size-fits-all aanpak, omdat elk bedrijf zijn eigen materiële kenmerken heeft, afhankelijk van factoren zoals de bedrijfstak, waar het actief is en de eisen van belanghebbenden.
Dit heeft invloed op de aanpak van een organisatie, waardoor ze de agenda en richting voor hun ESG-traject kunnen bepalen. De aanpak moet duidelijk, controleerbaar en verdedigbaar zijn.
Er bestaan verschillende gevestigde ESG-kaders, waaronder:
- CDP (oorspronkelijk het Carbon Disclosure Project) – een wereldwijd milieuopenbaarmakingssysteem zonder winstoogmerk voor investeerders, bedrijven, steden, staten en regio's
- Corporate Human Rights Benchmark (CHRB) – een openbaar en geloofwaardig rangschikkingssysteem van bedrijfsbeleid, -processen en -praktijken op het gebied van mensenrechten
- Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) – dit EU-initiatief heeft tot doel de regels betreffende de sociale en milieu-informatie die organisaties moeten rapporteren te moderniseren en te versterken
- Global Reporting Initiative (GRI) – een onafhankelijke non-profitorganisatie voor standaardisatie die organisaties helpt te rapporteren over de effecten voor ESG
- International Sustainability Standards Board (ISSB) – ontwikkelt normen voor openbaarmaking van duurzaamheid, ondersteund door de G7, G20 en meer. Het bouwt voort op het werk van rapportage-initiatieven die door de markt worden geleid en op beleggers zijn gericht, zoals de Climate Disclosure Standards Board (CDSB), de Task Force for Climate-Related Financial Disclosures (TCFD), het Integrated Reporting Framework van de Value Reporting Foundation, de sectorspecifieke Sustainability Accounting Standards Board (SASB) Standards, alsook de Stakeholder Capitalism metrics van het World Economic Forum
- ISO 26000 – richtlijnen voor maatschappelijke verantwoordelijkheid voor elke organisatie
- Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) Due Diligence Guidance for Responsible Business Conduct – richtlijnen voor ondernemingen om due diligence toe te passen bij het identificeren, voorkomen of beperken van feitelijke en potentiële negatieve effecten, en om verantwoording af te leggen over de aanpak hiervan
- Science Based Targets-initiatief (SBTi) – een non-profitpartnerschap dat organisaties uit de particuliere sector helpt bij het opstellen van wetenschappelijk onderbouwde emissiedoelstellingen om de klimaatwetenschap en de Overeenkomst van Parijs te handhaven. Het samenwerkingsverband is tussen het CDP, het World Resources Institute (WRI), het Wereldnatuurfonds (WWF) en Global Compact van de VN
- Task Force for Climate-Related Financial Disclosures (TCFD) – een initiatief om de rapportage van klimaatgerelateerde financiële informatie te verbeteren en uit te breiden
Merk op dat de CSRD en ISSB een amalgaam zijn van de TCFD en GRI.
Ratings van fondsen op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG)
De ratings van fondsen op het gebied van milieu, sociale en governance (ESG) worden vaak verzorgd door externe commerciële leveranciers zoals Morningstar en MSCI. Een ratingsysteem onderzoekt de onderliggende posities van een fonds en scoort het algehele ESG-risico op basis van specifieke maatstaven. De gekozen maatstaven en beoordelingen verschillen per leverancier.
Indexen voor milieu, maatschappij en governance (ESG)
ESG-indexen (Environmental, Social and Governance) volgen traditioneel de prestaties van een mandje obligaties of aandelen, zoals de FTSE 100. Steeds meer indexen volgen beleggingen door bepaalde sectoren uit te sluiten of, meer recentelijk, door bedrijven te evalueren op basis van ESG-maatstaven. FTSE4Good sluit bijvoorbeeld organisaties uit die niet voldoen aan specifieke ESG-criteria.
Integratie van milieu, maatschappij en governance (ESG)
Bij de integratie van milieu, maatschappij en governance (ESG) worden, naast de gebruikelijke financiële analyse, ook ESG-overwegingen bij het beleggingsproces betrokken. Dit helpt beleggers inzicht te krijgen in de belangrijkste ESG-factoren waaraan een belegging is blootgesteld. Ook ziet het erop toe dat ze gecompenseerd worden voor alle bijbehorende risico's.
Beleggen op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG)
Beleggen op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG) heeft veel alternatieve namen: maatschappelijk verantwoord beleggen, ethisch beleggen, impactbeleggen en duurzaam beleggen. Deze termen verwijzen naar beleggingen die prioriteit geven aan optimale ESG-factoren en -resultaten.
ESG-beleggen wordt algemeen gezien als een manier om 'duurzaam' te beleggen, waarbij bij beleggingen rekening wordt gehouden met het welzijn van het milieu en de mens, naast de economie. Het is gebaseerd op de groeiende veronderstelling dat de financiële prestaties van organisaties in toenemende mate worden beïnvloed door maatschappelijke en milieufactoren.
Uit een analyse van Morningstar in 2021 bleek dat millennials, generatie X en boomers allemaal vergelijkbare voorkeuren hadden voor het bezitten van duurzame beleggingen. Financiële instellingen begrijpen dit: het aantal vermogensbeheerders dat ten minste één ESG-fonds in hun bezit rapporteert, is sinds 2016 met 300% gegroeid.
Ethisch beleggen
Ethisch beleggen geeft prioriteit aan de ethische doelen van een belegger in plaats van alleen het maximaliseren van het financiële rendement.
EU-ontbossingsverordening (EUDR)
De EU-ontbossingsverordening (EUDR) bevordert de consumptie van ontbossingsvrije producten om de uitstoot van broeikasgassen door ontbossing sterk te verminderen en tegelijkertijd de strijd tegen het wereldwijde verlies aan biodiversiteit te ondersteunen. Het biedt de zekerheid dat de EU niet zal bijdragen aan ontbossing of bosdegradatie.
EU-marktdeelnemers of -handelaren die de onderstaande producten, met inbegrip van afgeleide producten, naar of uit de EU invoeren, uitvoeren of op de markt brengen, moeten aan de EUDR voldoen, om te garanderen dat hun producten niet in verband worden gebracht met ontbossing, bosdegradatie of inbreuken op de lokale sociale of milieuwetgeving in het land van productie.
De EUDR dekt:
- Rundvee – levend vee, vlees en leer
- Cacao – cacaobonen, pasta, boter, poeder en chocoladeproducten
- Koffie – gebrande, ongebrande en cafeïnevrije koffie en surrogaten die enig deel koffie bevatten
- Palmolie – vruchten, pitten, palmolie, glycerol en van palmolie afgeleide vetzuren
- Rubber – natuurlijke rubber, gommen en alle artikelen van gevulkaniseerde rubber, al dan niet hard, met inbegrip van banden en kleding
- Soja – sojabonen, meelolie en resten, waaronder perskoeken
- Hout – boomstammen, bewerkt hout, houten meubels, papier en verpakkingen
Due diligence moet de voorgestelde methode transparant en informatief volgen in de hele toeleveringsketen. De primaire verantwoordelijkheid ligt bij de organisatie die de grondstof in de EU in de handel brengt of uitvoert. De gevolgen bij niet-naleving zijn onder meer hoge boetes, inbeslagname van producten/inkomsten en tijdelijke uitsluiting van de markt.
De verordening is van toepassing vanaf 30 december 2024 en heeft betrekking op producten die zijn geproduceerd op land dat na 31 december 2020 niet meer ontbost wordt.
EU-richtlijn inzake groene claims
De EU-richtlijn inzake groene claims moet ervoor zorgen dat milieulabels en -claims geloofwaardig en betrouwbaar zijn, zodat consumenten beter geïnformeerde aankoopbeslissingen kunnen nemen.
Hij zal tevens het concurrentievermogen versterken van bedrijven die hun producten en activiteiten duurzamer willen maken.
De richtlijn heeft het volgende doel:
- Groene claims betrouwbaar, vergelijkbaar en verifieerbaar maken in de hele EU
- Consumenten beschermen tegen greenwashing
- Bijdragen aan de totstandbrenging van een circulaire en groene EU-economie door consumenten in staat te stellen weloverwogen aankoopbeslissingen te nemen
- Een gelijk speelveld tot stand brengen met betrekking tot de milieuprestaties van producten
Hij richt zich verder op expliciete claims die:
- Vrijwillig worden gedaan door bedrijven ten aanzien van consumenten
- Betrekking hebben op de milieueffecten, -aspecten of -prestaties van een product of handelaar
- Momenteel niet onder andere EU-regels vallen
Om betrouwbare, vergelijkbare en verifieerbare milieuproductinformatie te waarborgen, bevat het voorstel:
- Duidelijke criteria voor de manier waarop organisaties hun duurzaamheidsclaims en -labels moeten bewijzen
- Eisen waaraan deze claims en -labels moeten worden getoetst door een onafhankelijke en geaccrediteerde verificateur
- Nieuwe regels voor het beheer van milieukeurregelingen om de doeltreffendheid ervan te waarborgen
In maart 2023 heeft de Europese Commissie een voorstel aangenomen over de richtlijn die het voorstel voor een richtlijn over het versterken van de positie van consumenten in de groene transitie aanvult en verder operationaliseert.
Zodra die richtlijn van kracht is geworden, hebben de lidstaten 18 maanden de tijd om hem in nationaal recht om te zetten, gevolgd door nog eens zes maanden voordat de regels worden toegepast. De Europese Commissie verwacht dat het ongeveer vier jaar zal duren voordat de richtlijn van toepassing is.
EU-taxonomie
De EU-taxonomie stelt criteria vast om te bepalen of een economische activiteit een significante bijdrage levert aan zes milieudoelstellingen met betrekking tot duurzaamheidsprincipes:
- Mitigatie van klimaatverandering
- Aanpassing aan klimaatverandering
- Het duurzame gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen
- De transitie naar een circulaire economie
- Preventie en bestrijding van verontreiniging
- De bescherming en het herstel van biodiversiteit en ecosystemen
De verordening heeft tot doel een gemeenschappelijk kader te bieden voor de beoordeling van de duurzaamheid van economische activiteiten.
Grote ondernemingen en financiële marktdeelnemers moeten de milieueffecten van hun kapitaaluitgaven met betrekking tot deze pijlers bekendmaken, zodat consumenten en overheden ook niet-financiële prestaties kunnen integreren in hun aankoopbeslissingen.
Europese Green Deal
De Europese Green Deal heeft tot doel de groene transitie van de EU naar klimaatneutraliteit tegen 2050 te ondersteunen.
Het ondersteunt de transformatie van de EU naar een eerlijke en welvarende samenleving met een moderne en concurrerende economie.
Het onderstreept de noodzaak van een holistische en sectoroverschrijdende aanpak waarbij alle relevante beleidsterreinen bijdragen aan de uiteindelijke klimaatgerelateerde doelstelling. De initiatieven hebben betrekking op klimaat, milieu, energie, vervoer, industrie, landbouw en duurzame financiering – die allemaal sterk met elkaar verbonden zijn.
European Sustainability Reporting Standards voor rapportage (ESRS)
De Europese Sustainability Reporting Standards (ESDS) bepalen de vereisten voor bedrijven ten aanzien van het rapporteren over duurzaamheidsgerelateerde impact, kansen en risico's in het kader van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).
Organisaties moeten informatie bekendmaken over:
- Governance – de processen, controles en procedures die worden gebruikt om effecten, risico's en kansen te monitoren en te beheren
- Strategie – hoe de strategie en het (de) bedrijfsmodel(len) van de organisatie dialogeren met de materiële effecten, risico's en kansen, inclusief de strategie om deze aan te pakken
- Impact-, risico- en kansenbeheer – de processen waarmee effecten, risico's en kansen worden geïdentificeerd, beoordeeld en beheerd door middel van beleid en acties
- Metrics en doelen – hoe de organisatie haar prestaties meet, inclusief de vooruitgang in de richting van de gestelde doelen
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
F
Stichting Fairtrade
De Fairtrade Foundation biedt principes, waaronder betere prijzen, veilige arbeidsomstandigheden, lokale duurzaamheid en eerlijke handelsvoorwaarden voor boeren en arbeiders.
FAIRTRADE-keurmerk
Het FAIRTRADE-keurmerk wordt gebruikt op producten die gecertificeerd zijn volgens internationaal erkende Fairtrade-normen.
Terugleververgoeding
Een terugleververgoeding is een beleid om investeringen in hernieuwbare energie te versnellen. Het gaat meestal om langlopende overheidscontracten om een vaste prijs voor de opwekking van hernieuwbare energie te garanderen om investeringen in hernieuwbare energiebronnen te stimuleren.
Voedselkilometers
Voedselkilometers verwijzen naar de afstand die voedsel wordt vervoerd, van de bereiding tot het bereiken van de consument. Voedselkilometers zijn een factor waarmee rekening wordt gehouden bij het bepalen van de milieu-impact van voedsel.
Bosdegradatie
Bosdegradatie maakt dat een bos verslechtert, zodat het mensen en fauna niet langer ondersteunt, bijvoorbeeld door het filteren van lucht om te ademen en water om te drinken, en door dieren te voorzien van voedsel en onderdak.
De belangrijkste oorzaak van bosdegradatie is niet-duurzame en illegale houtkap. Klimaatverandering, met name hogere temperaturen en onvoorspelbare weerpatronen, verhoogt ook het risico en de ernst van bosbranden, ziekten en plagen.
Risicohoudend bosproduct
Een risicohoudend bosproduct is materiaal dat is afgeleid van bossen of bosland, maar dat wordt gebruikt voor productie en waarbij bossen worden omgevormd voor landbouwgebruik.
De zeven grondstoffen die verantwoordelijk zijn voor de meeste ontbossing in de landbouw zijn:
- Houtproducten
- Palmolie
- Vee
- Soja
- Rubber
- Koffie
- Cacao
Forest Stewardship Council (FSC)
De Forest Stewardship Council (FSC) is een onafhankelijke, niet-gouvernementele non-profitorganisatie die is opgericht om tegemoet te komen aan de wereldwijde bezorgdheid over ontbossing.
Ze biedt internationaal erkende normen, merkzekerheid en accreditatie voor organisaties en gemeenschappen die geïnteresseerd zijn in een verantwoorde bosbouw.
Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen, zoals steenkool, olie en aardgas, zijn materialen die in de loop van millennia van nature in de aardkorst zijn gevormd uit dode planten en dieren. Ze worden gewonnen en voornamelijk gebruikt als brandstof.
Volgens de VN is meer dan 80% van de koolstofdioxide (CO₂) die door de mens wordt gegenereerd, afkomstig van het verbranden van fossiele brandstoffen.
Hun winning, verbranding en emissies hebben een negatieve invloed op de koolstofcyclus die, in evenwichtige toestanden, klimaatstabiliteit en een functionerende biosfeer mogelijk maakt.
Freecycle
Freecycle is het uitwisselen van goederen om hun levenscyclus te verlengen en te voorkomen dat herbruikbare artikelen op de vuilnisbelt belanden.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
G
Loonkloof tussen mannen en vrouwen
De loonkloof tussen mannen en vrouwen heeft betrekking op gelijkheid en geeft het verschil aan tussen het gemiddelde of mediane inkomen van mannen en vrouwen.
Geothermische energie
Geothermische energie is een hernieuwbare energiebron die wordt afgeleid van heet water of stoom in de aarde en die doorgaans elektriciteit opwekt.
Globale oppervlaktetemperatuur
Volgens de aardwetenschappen wordt de globale oppervlaktetemperatuur berekend door het gemiddelde te nemen van de temperatuur aan het zeewateroppervlak en de luchttemperatuur boven land.
In technische literatuur worden langetermijnveranderingen in globale oppervlaktetemperatuur door de wetenschappers omschreven als aardafkoeling of aardopwarming. Perioden van beide zijn regelmatig voorgekomen in de geschiedenis van de Aarde.
De gemiddelde wereldwijde temperatuur is tussen 1850-1900 en 2011-2020 met 1,09°C (marge 0,95-1,20°C) opgewarmd.
Global warming
De aardopwarming is de geleidelijke opwarming van het aardoppervlak door opgesloten broeikasgassen (BKG's/GHG's) die het gevolg zijn van menselijke activiteiten, en met name het verbranden van fossiele brandstoffen, die de warmtevasthoudende GHG-niveaus in de atmosfeer verhogen. Dit wordt waargenomen sinds de pre-industriële periode (1850-1900).
Het fenomeen heeft zich altijd voorgedaan, maar we houden ons vooral bezig met door de mens veroorzaakte (antropogene) opwarming van de aarde. Dit definieert hoe menselijk gedrag de snelheid en intensiteit van de opwarming van de planeet beïnvloedt.
Klimaatverandering omvat opwarming en de neveneffecten ervan, zoals smeltende gletsjers en frequentere droogtes.
Global Warming Potential (GWP)
De index voor het aardopwarmingsvermogen (GWP) helpt bij het meten van de relatieve opwarmingseffecten van broeikasgassen (BKG's), waarbij koolstofdioxide (CO₂) als uitgangspunt wordt gebruikt en alle gassen als CO₂-equivalenten worden geharmoniseerd.
Vanwege de verschillende levensduureffecten van deze gassen, bijv. methaan (CH₄) verdwijnt sneller dan CO₂, is de juiste tijdshorizon cruciaal.
Groen
Groen betekent gedrag, producten, beleid en mensen, enz., waarbij de milieuverandering minimaal is.
Groene obligaties
Groene obligaties trekken financiering aan voor ecologisch duurzame of klimaatgerelateerde investeringen. Ze zijn als traditionele obligaties omdat ze rente betalen aan beleggers. De opbrengst van de verkoop wordt echter specifiek gereserveerd voor projecten met een positieve impact op het milieu.
Ze worden meestal uitgegeven met dezelfde kredietwaardigheid als de traditionele obligaties van de uitgever, en de looptijd, coupon en andere voorwaarden zijn vergelijkbaar met die van andere obligaties. Groene obligaties kunnen echter extra functies hebben, zoals het gebruik van de opbrengst, om ervoor te zorgen dat de fondsen voor een specifiek milieuproject worden gebruikt.
Groene obligaties zijn onderworpen aan onafhankelijke beoordeling en certificering om ervoor te zorgen dat de opbrengst naar in aanmerking komende groene projecten gaat.
De vraag naar groene obligaties is de afgelopen jaren gegroeid, omdat de belangstelling van beleggers voor milieuvriendelijke beleggingen toeneemt. Groene obligaties helpen onder meer bij de financiering van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, duurzaam transport en waterzuiveringsinstallaties. Ze helpen ook het bewustzijn te vergroten, investeringen in milieuprojecten aan te moedigen en de financiële markten af te stemmen op de doelstellingen van het Akkoord van Parijs.
Groene gebouwen
Een groen gebouw is gebaseerd op ecologische principes, om een gezonde structuur te behouden met een minimale impact op het milieu. Cruciale kenmerken zijn onder meer het verminderen of elimineren van nadelige ecologische effecten en het creëren van positieve ontwikkelingen.
Groene cloud
De groene cloud betreft de mogelijke milieuvoordelen voor IT-diensten die via internet worden opgeslagen of overgedragen. Inmiddels wordt het een beetje als een buzzwoord gezien en zouden de vermeende voordelen technologen het gevoel kunnen geven dat verdere inspanningen om de carbon footprint te verkleinen niet nodig zijn.
Groen computergebruik
Groen computergebruik is een duurzame benadering van het gebruik van computers, apparaten en apparatuur. Voorbeelden hiervan zijn het verminderen van het gebruik van hulpbronnen, het verantwoord afvoeren van e-waste en het inzetten van energiezuinige IT-apparatuur.
Green hushing
Green hushing verwijst naar bedrijven die opzettelijk duurzaamheidsdoelstellingen verbergen. Redenen zijn onder meer de angst voor beschuldigingen van greenwashing of het niet halen van gestelde doelen.
Groene IT
Groene IT is de praktijk van het ontwerpen, produceren, bedienen en afvoeren van IT-producten en -apparaten om de negatieve effecten van activiteiten op het milieu tot een minimum te beperken.
Groene marketing
Groene marketing benadrukt een product of dienst en de milieucredentials van een bedrijf, maar er is een fijne grens tussen groene marketing en greenwashing.
Er is sprake van groene marketing wanneer organisaties producten of diensten verkopen, of rapporten op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG) produceren, gebaseerd op echte positieve milieueffecten. Dit wordt versterkt door verificatie door derden.
Groene marketing wordt als eerlijk en transparant beschouwd en voldoet aan verschillende criteria:
- Duurzaam geproduceerd
- Vrij van giftige of ozonafbrekende materialen
- Recyclebaar of gemaakt van gerecyclede materialen
- Gemaakt van hernieuwbare materialen, zoals bamboe
- Niet gemaakt van materialen die zijn geoogst in beschermde gebieden, of die tijdens het oogsten een negatieve invloed hebben op bedreigde diersoorten
- Niet gemaakt via gedwongen of oneerlijk betaalde arbeid
- Gebruikt geen overmatige verpakking
- Ontworpen om repareerbaar te zijn, in plaats van wegwerpbaar
Pas op – als groene marketing gebaseerd is op onwaarheden of niet voldoet aan de normen voor duurzaam ondernemen, kan de organisatie worden beschuldigd van greenwashing, hetgeen hoge boetes, negatieve pers en reputatieschade kan opleveren.
Groene premie
Groene premie is een term die werd bedacht door Bill Gates. Het verwijst naar de economische en milieukosten van het kiezen voor schone technologie in plaats van financieel gezonde opties met een hogere uitstoot van broeikasgassen.
Groene software
Groene software zijn toepassingen die ontworpen, ontwikkeld en geïmplementeerd zijn om het energieverbruik en de milieueffecten tot een minimum te beperken.
Broeikaseffect
Het broeikaseffect treedt op wanneer natuurlijk voorkomende broeikasgassen (BKG's), zoals koolstofdioxide (CO₂), methaan (CH₄), stikstofoxide (N₂O) en gefluoreerde gassen (HFK's), zich ophopen in de atmosfeer van de aarde. Dit houdt de warmte van de zon vast terwijl deze weerkaatst vanaf het aardoppervlak, waardoor de planeet opwarmt en de temperatuur op aarde stijgt.
Zonder het natuurlijke broeikaseffect zou de gemiddelde temperatuur op aarde -18°C zijn, dus onbewoonbaar voor de mens. Mensen versterken het natuurlijke broeikaseffect door BKG´s vrij te geven bij het verbranden van fossiele brandstoffen zoals kolen, olie en gas.
Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol)
The Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) is een wereldwijd erkende standaard voor het meten en beheren van BKG-emissies in de particuliere en publieke sector. Het werd in 1990 opgericht vanuit de behoefte aan een consistent rapportagekader voor broeikasgassen.
Tegenwoordig werkt het samen met overheden, brancheverenigingen, bedrijven en anderen om de meest gebruikte richtlijnen voor emissieberekeningen te verstrekken. Deze richtlijnen hebben betrekking op activiteiten, waardeketens en mitigatiemaatregelen, enz.
Het GHG Protocol heeft decarbonisatie van de publieke en private sector mogelijk gemaakt door middel van een uniform kader voor emissiebeheer. Landen en bedrijven die zich hebben gecommitteerd aan het Akkoord van Parijs moeten hun uitstoot van broeikasgassen verminderen. Ze moeten verantwoording afleggen voor en rapporteren over hun uitstoot en die beperken door normen zoals het GHG Protocol te volgen.
Broeikasgassen
Broeikasgassen (GHG's) zijn onder meer kooldioxide (CO₂), ozon (O₃), methaan (CH₄) en distikstofmonoxide (N₂O). Ze bevinden zich in de atmosfeer en hebben verschillende chemische samenstellingen en eigenschappen, dus verschillende sterktes en tijdschalen die bijdragen aan het broeikaseffect.
De uitstoot van broeikasgassen is een belangrijke drijvende kracht achter de stijging van de atmosferische temperatuur. Volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) werd in 2019 ongeveer 59 miljard ton broeikasgassen uitgestoten, waarvan een groot deel CO₂.
Greenwashing/groene schijn
Milieuactivist Jay Westerveld bedacht de term in een kritisch essay geïnspireerd door de ironie van de 'red de handdoek'-beweging van de hotelindustrie. Deze sector bedacht een van de meest doelbewuste voorbeelden van greenwashing. In hotelkamers werden mededelingen geplaatst waarin gasten werden gevraagd handdoeken te hergebruiken om het milieu te sparen. De hotels waren meer bezig met het verlagen van de waskosten dan met duurzaamheid.
Grijswater/grey water
Grijswater of grijs water is huishoudelijk afvalwater zonder giftige chemicaliën, waaronder was-, badkamer-, keuken- en waswater, dat wordt opgevangen voor secundair gebruik.
Bodemwarmtepomp of grond/water-warmtepomp
Een bodemwarmtepomp, of grond/water-warmtepomp, brengt warmte uit de grond buiten een huis over om de radiatoren of vloerverwarming van dat huis te verwarmen. Zo´n pomp kan ook water verwarmen dat is opgeslagen in een warmwatercilinder om kraanwater en douches te verwarmen.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
H
Hoge uitstoters
Hoge uitstoters zijn organisaties of landen die relatief grote hoeveelheden broeikasgassen (BKG) uitstoten. De uitstoot per hoofd van de bevolking wordt gebruikt om de nationale emissies te meten.
Beheer van menselijk kapitaal (HCM)
Beheer van menselijk kapitaal (HCM) omvat praktijken en tools om personeel aan te trekken, te werven, op te leiden, te ontwikkelen, te managen en te behouden, teneinde bepaalde bedrijfsdoelen te bereiken. Organisaties die afhankelijk zijn van personeel om doelen te bereiken, wijzen middelen toe om de vaardigheden van werknemers te ontwikkelen die nodig zijn om resultaten te leveren.
Mensenrechten
Mensenrechten zijn basisrechten die aan alle mensen zouden moeten toebehoren. Ze omvatten het recht op leven, vrijheid, vrijheid van meningsuiting en vrijwaring van slavernij. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) van de VN wordt gezien als de maatstaf voor deze basisrechten.
Hybride voertuig/plug-in hybride elektrisch voertuig
Een hybride auto wordt voornamelijk aangedreven door een conventionele interne verbrandingsmotor (ICE), maar aangevuld met vermogen uit regeneratief remmen.
Een plug-in hybride elektrisch voertuig heeft een oplaadbare batterij die wordt opgeladen zodra deze via een laadkabel wordt aangesloten op een externe elektrische stroombron. Daarnaast wordt het voertuig ook intern opgeladen door de ICE-aangedreven generator van het voertuig.
Waterstof (H2)
Waterstof (H2) is het meest voorkomende element in het heelal. De zon en de sterren bestaan voornamelijk uit waterstof. Het is een zeer licht, kleurloos, geur- en smaakloos gas en kan een energiebron zijn.
Het maakt minder dan 2% uit van het huidige energieverbruik in Europa en wordt meestal gebruikt voor de ontwikkeling van complexe chemische producten.
Wanneer waterstof als brandstof wordt gebruikt, produceert het alleen water en is het een belangrijk onderdeel van de EU-strategie voor een geïntegreerd energiesysteem.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
I
Impactbeleggen/maatschappelijk verantwoord beleggen
Impactbeleggen, of maatschappelijk verantwoord beleggen, betreft beleggingen die worden gedaan om te proberen positieve, meetbare sociale en milieueffecten te genereren, naast een financieel rendement.
Impactbeleggingen kunnen worden gedaan in opkomende en ontwikkelde markten en gericht zijn op een reeks rendementen, van onder de marktrente tot de marktrente, afhankelijk van de strategische doelen van de belegger.
De groeiende markt voor impactinvesteringen biedt kapitaal om 's werelds meest urgente uitdagingen aan te pakken in sectoren zoals duurzame landbouw, hernieuwbare energie, natuurbehoud, microfinanciering en betaalbare en toegankelijke basisdiensten zoals huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.
Impactmeting
Impactmeting verwijst naar het meten van hoe de activiteiten van organisaties de wereld beïnvloeden, positief en negatief.
Impact sourcing
Een impactsourcingstrategie richt zich op werkgelegenheid en loopbaanontwikkelingsmogelijkheden voor mensen uit economisch achtergestelde milieus.
(Directe) verbranding
Al dan niet directe verbranding is het gecontroleerd verbranden van vast stedelijk afval om het afvalvolume te verminderen en energie te produceren.
Indirecte emissies
Het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) beschrijft indirecte emissies als scope 2 en 3 emissies. Ze zijn een gevolg van de activiteiten van een organisatie, maar zijn eigendom van of worden gecontroleerd door een andere entiteit. Voorbeelden van indirecte emissies zijn aangekochte elektriciteit, afvalverwerking en zakenreizen.
Geïntegreerde rapportage
Geïntegreerde rapportage is een benadering van bedrijfsrapportage waarbij financiële en niet-financiële informatie, zoals duurzaamheidsgegevens, worden geïntegreerd in één document dat de prestaties van een bedrijf weergeeft.
Intergouvernementeel Panel over Klimaatverandering (IPCC)
Het Intergouvernementeel Panel over Klimaatverandering (IPCC) is een VN-orgaan dat onderzoek doet naar en kennis verspreidt over door de mens veroorzaakte klimaatverandering. De organisatie werd opgericht in 1988, bestaat uit 195 lidstaten en heeft zijn hoofdkantoor in Genève, Zwitserland.
Het Intergouvernementeel Panel over Klimaatverandering (IPCC) stelt uitgebreide beoordelingsrapporten samen over de stand van zaken van de "wetenschappelijke, technische en sociaaleconomische kennis over klimaatverandering". Elk rapport heeft rechtstreeks effect op de internationale beleidsvorming op het gebied van klimaatverandering.
In 2007 ontvingen het IPCC en de voormalige Amerikaanse vice-president Al Gore gezamenlijk de Nobelprijs voor de Vrede "voor hun inspanningen om meer kennis over door de mens veroorzaakte klimaatverandering op te bouwen en te verspreiden, en om de basis te leggen voor de maatregelen die nodig zijn om een dergelijke verandering tegen te gaan."
Interne carbon pricing
Interne koolstofbeprijzing is een financiële strategie van een bedrijf waarbij een bedrijf een geldwaarde toekent aan zijn koolstofemissies, meestal als een prijs per ton uitgestoten koolstofdioxide (CO₂). Deze interne prijs stuurt de besluitvorming in de hele organisatie en stimuleert investeringen in schonere, efficiëntere technologieën en praktijken.
Interne koolstofbeprijzing helpt organisaties de externe kosten van hun CO2-uitstoot intern te verwerken door de bedrijfsvoering af te stemmen op bredere duurzaamheidsdoelstellingen en regelgeving. Dit vergemakkelijkt de vermindering van de CO2-voetafdruk van een bedrijf en stimuleert innovatie in koolstofarme technologieën.
International Standard on Assurance Engagements 3000 (ISAE 3000)
De International Standard on Assurance Engagements 3000 (ISAE 3000) is een van de dominante assurancenormen op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG). ISAE 3000 onderstreept het belang van datakwaliteit, rapportageprocedures, controles en bewijsvergaringsprocessen.
Redelijke assurance-opdrachten
De assurantieverschaffer moet voldoende bewijs verzamelen om zich een oordeel te vormen, zoals bij een financiële audit. De assurantieverschaffer geeft een oordeel, bijvoorbeeld of het duurzaamheidsverslag volledig en nauwkeurig is, op basis van de geïdentificeerde criteria.
Opdrachten met beperkte mate van assurance
De assurantieverschaffer moet een betrouwbare mate van zekerheid verkrijgen om tot een conclusie te komen. Deze wordt uitgedrukt als negatieve verklaring in het assuranceverslag.
ISO 14001 – milieubeheersystemen
ISO 14001 is van toepassing op alle organisaties en de milieuaspecten van hun activiteiten, producten en diensten die vanuit een levenscyclusperspectief controle of invloed kunnen uitoefenen. De norm specificeert de vereisten voor een milieubeheerssysteem (EMS) om de milieuprestaties van uw bedrijf te verbeteren. Met ISO 14001 kunt u leren systematisch de milieuverantwoordelijkheden te beheren die bijdragen aan duurzaamheid.
Een EMS kan waarde bieden aan het milieu, uw organisatie en belanghebbenden. In overeenstemming met uw milieubeleid zijn de voordelen van een EMS:
- Verbetering van de milieuprestaties
- Behalen van milieudoelstellingen
- Naleving van de wet- en regelgeving
- Merkontwikkeling
- Risicobeperking
- Afstemming op SDG's 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 12, 13, 14 en 15 van de VN
ISO 14019-serie – duurzaamheidsinformatie valideren en verifiëren
ISO 14019 is de wereldwijde standaard voor het valideren en verifiëren van duurzaamheidsinformatie. Het bestaat uit twee delen.
ISO 14019-1 specificeert de algemene principes en vereisten voor validatie en verificatie van duurzaamheidsinformatie. Deze standaard beslaat de rapportage over milieu, maatschappij en governance (ESG) en andere duurzaamheidsaspecten en stelt de verschillende categorieën kwantitatieve en kwalitatieve informatie vast. Deze principes en eisen dragen bij aan de regels en procedures in validatie-/controleprogramma's.
Het document kan als basis dienen voor validatie- en verificatieactiviteiten ter ondersteuning van andere conformiteitsbeoordelingsprogramma's.
ISO 14019-2 specificeert de vereisten van het verificatieproces voor kwantitatieve en kwalitatieve duurzaamheidsinformatie, inclusief rapportage over ESG en andere duurzaamheidsaspecten. De norm is van toepassing op de regels en procedures voor het uitvoeren van verificaties aan de hand van elementen van een verificatieprogramma, zoals processen, bewijsverzamelingsactiviteiten en rapportage.
Het document gaat in op onzekerheid in waarden en hoe deze onzekerheden kunnen worden aangepakt. Het gaat ook in op primaire en secundaire gegevensbronnen en hoe deze zich verhouden tot de kracht van verificatiebewijs.
Voordelen zijn onder andere:
- Informatie over duurzaamheid eerlijk, nauwkeurig en transparant, volgens de ISO 14019-vereisten, valideren en verifiëren
- Voldoen aan de vereisten van het verificatieproces voor kwantitatieve en kwalitatieve duurzaamheidsinformatie
- Kwantitatieve en kwalitatieve informatie verifiëren
- Deskundige ondersteuning voor het certificeringsproces
- Afstemming op SDG's 1-16 van de VN
ISO 14064-1 – kwantificeren en rapporteren van BKG-emissies en -verwijderingen
ISO 14064-1 specificeert op organisatieniveau de principes en vereisten voor het kwantificeren en rapporteren van broeikasgasemissies en -verwijderingen. De vereisten van de internationale norm hebben betrekking op het ontwerp, de ontwikkeling, het beheer, de rapportage en de verificatie van de BKG/GHG-inventaris van een organisatie.
De ISO 14064-serie is programmaneutraal voor broeikasgassen. Als een GHG-programma van toepassing is, zijn de eisen van dat programma een aanvulling op die van de ISO 14064-serie.
Voordelen zijn onder andere:
- Managen van openbaarmaking van koolstofrisico's en identificeren van verbeter mogelijkheden
- Voorbereidingen treffen voor toekomstige wetgeving omtrent broeikasgassen
- De efficiëntie verhogen en de kosten verlagen door een lager energieverbruik
- De geloofwaardigheid verhogen door verantwoordelijkheid voor het milieu aan te tonen
- Betrek en moedig werknemers aan om betrokken te raken bij reductie-inspanningen
- Aansluiten bij SDG's 9 en 13 van de VN
ISO 14067 – broeikasgassen – carbon footprint van producten
ISO 14067 specificeert de principes, eisen en richtlijnen voor het kwantificeren en rapporteren van de CO2-voetafdruk van een product (CFP) die in overeenstemming zijn met de internationale levenscyclusbeoordelingsnormen (LCA), namelijk ISO 14040 en ISO 14044. De wereldwijde norm geldt voor partiële CFP's en is van toepassing op CFP-studies, waarvan de resultaten de basis vormen voor verschillende toepassingen.
ISO 14067 richt zich slechts op één impactcategorie: klimaatverandering. CO2-compensatie en het meedelen van de informatie over de CFP of een deel van de informatie over de CFP vallen buiten het toepassingsgebied. Er worden geen sociale, economische of andere milieuaspecten en effecten beoordeeld die kunnen voortvloeien uit de levenscyclus van een product.
Verificatie volgt op een succesvolle afronding van een audit. Voordelen zijn onder andere:
- Betrouwbare en vergelijkbare parameters voor organisaties en consumenten
- Verbeterde efficiëntie in de hele waardeketen
- Minder emissies bij het implementeren van gerichte maatregelen
- Transparante kwantificering en rapportage van broeikasgassen
- Hulp bij de implementatie van andere normen, zoals ISO 14001 (milieubeheersystemen)
- Consistentie met andere normen, zoals o.a. ISO 14025 (milieulabels) en ISO 14044
- Berekening van uw CO2-voetafdruk – de eerste stap in de richting van een strategie voor emissiereductie en -compensatie
- Afstemming op SDG 13 van de VN
ISO 14068-1 – beheer van klimaatverandering, overgang naar netto nul – deel 1: CO2-neutraliteit
ISO 14068-1 biedt principes, vereisten en richtlijnen voor het bereiken en aantonen van CO2-neutraliteit. De wereldwijde norm richt zich op het kwantificeren, reduceren en compenseren van CO2-voetafdrukken, via een hiërarchische benadering die de voorkeur geeft aan directe en indirecte reductie van broeikasgasemissies (GHG) en verbeterde verwijdering binnen de waardeketen, boven compensaties.
ISO 14068-1 is essentieel voor entiteiten die zich inzetten voor CO2-neutraliteit, het ondersteunen van een duurzame ontwikkeling en de overgang naar activiteiten die minder broeikasgassen uitstoten. Het zorgt ervoor dat inspanningen op het gebied van CO2-neutraliteit waarachtig, eerlijk, wetenschappelijk onderbouwd en transparant zijn.
De internationale norm bouwt voort op en vervangt PAS 2060 (koolstofneutraliteit), die 24 maanden na de publicatie van ISO 14068-1 wordt ingetrokken.
Verificatie volgt op een succesvolle afronding van een audit. Voordelen zijn onder andere:
- Nauwkeurige ondersteuning verkrijgen bij het bereiken van een echte CO2-neutraliteit
- De geloofwaardigheid van en het vertrouwen in claims over CO2-neutraliteit vergroten
- Ambitieuze, wetenschappelijk onderbouwde strategieën voor de vermindering van broeikasgasemissies bevorderen
- Een alomvattende waardeketen- en levenscyclusbenadering voor koolstofbeheer aanmoedigen
- Afstemming op SDG's 1-16 van de VN
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
J
Jurisdictie- en landschapsbenaderingen
Een jurisdictiebenadering is gericht op het bevorderen van gedeelde duurzaamheidsdoelstellingen in landschappen die worden bepaald door de administratieve grenzen van subnationale overheden. Implementatie vereist veel overheidsbemoeienis in vergelijking met een landschapsbenadering.
Een landschapsbenadering is een plaatsgebonden managementaanpak waarbij belanghebbenden samenwerken in een landschap om gedeelde duurzaamheidsdoelen te bevorderen en samen weerbaarder te worden.
Het heeft tot doel sociale, economische en milieudoelstellingen in tal van economische sectoren en landgebruik met elkaar te verzoenen en te optimaliseren. De uitvoering vindt plaats door middel van bestemmingsplannen, beleid, initiatieven, langetermijninvesteringen en andere middelen.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
K
Kyoto-protocol
Het Kyoto-protocol is een internationaal verdrag waarbij aanvankelijk 37 landen en de EU-15 zich ertoe verbonden hun uitstoot van broeikasgassen (BKG) te verminderen op basis van wetenschappelijke consensus. Het verdrag werd in 1997 aangenomen in Kyoto, Japan, en werd acht jaar later, in 2005, geïmplementeerd.
Het Kyoto-protocol, waaraan momenteel 192 partijen zich hebben gecommitteerd, schept een precedent voor landen om op te treden tegen de klimaatnoodsituatie. Zijn belangrijkste missie was het beheersen van de emissies van de voornaamste door de mens veroorzaakte broeikasgassen.
De eerste verbintenisperiode eindigde in 2012 toen een tweede verbintenisperiode, het zogenaamde Doha-amendement, werd overeengekomen.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
L
Stortplaats
Storten is de methode om afval of vuilnis weg te werken door het ondergronds te begraven.
Landschaps- en jurisdictiebenaderingen
Een landschapsbenadering is een plaatsgebonden managementaanpak waarbij belanghebbenden samenwerken in een landschap om gedeelde duurzaamheidsdoelen te bevorderen en samen weerbaarder te worden.
Het heeft tot doel sociale, economische en milieudoelstellingen in tal van economische sectoren en landgebruik met elkaar te verzoenen en te optimaliseren. De uitvoering vindt plaats door middel van bestemmingsplannen, beleid, initiatieven, langetermijninvesteringen en andere middelen.
Een jurisdictiebenadering is gericht op het bevorderen van gedeelde duurzaamheidsdoelstellingen in landschappen die worden bepaald door de administratieve grenzen van subnationale overheden. Implementatie vereist veel overheidsbemoeienis in vergelijking met een landschapsbenadering.
Life Cycle Assessment (LCA)
Levenscyclusanalyse (LCA) heeft tot doel de milieu-impact van een product of dienst gedurende zijn hele bestaan te meten.
Localvore
Een localvore is iemand die alleen lokaal geteeld voedsel consumeert.
Wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen op lange termijn
Wetenschappelijk onderbouwde langetermijndoelstellingen worden verwezenlijkt wanneer de decarbonisatie meer dan 90% bereikt ten opzichte van de basisemissies, met het oog op een netto nuluitstoot tegen 2050. De resterende doelstellingen worden dan aangepakt met neutralisatie.
Verlies en schade
Verlies en schade zijn gevolgen van klimaatverandering waar mensen zich niet aan kunnen aanpassen. Dit komt ofwel omdat de gevolgen te ernstig zijn of omdat de getroffen gemeenschap geen toegang heeft tot de middelen om zich aan te passen. Verlies en schade zijn het gevolg van plotselinge natuurrampen, zoals overstromingen, of geleidelijke veranderingen, zoals woestijnvorming.
Koolstofarme economie
Bij een koolstofarme economie komt er minimale koolstof vrij in de atmosfeer. Dit betekent meestal dat koolstofarme energiebronnen worden gebruikt in plaats van fossiele brandstoffen.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
M
Marine Stewardship Council voor duurzame visserij (MSC)
De Marine Stewardship Council (MSC) is een certificerings- en ecolabelingsprogramma voor duurzame vis, schaal- en schelpdierproducten.
Materialiteits-/materialiteitsbeoordeling
Materialiteit houdt rekening met alle aspecten van een bedrijf die van invloed kunnen zijn op kansen en risico's. Beleggers richtten zich traditioneel op financiële materialiteit omdat hun primaire belang de bottom line – winstgevendheid – was. Maar de tijden veranderen. Beleggers en toezichthouders zijn nu geïnteresseerd in niet-financiële materialiteit.
Inzicht in de materiële risico's van een bedrijf op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG) heeft meerdere voordelen. Het maakt het mogelijk om niet-financiële kwesties te rapporteren om investeringsbeslissingen en risico- en kansenbeoordeling te verbeteren, de betrokkenheid van belanghebbenden te vergroten en een bedrijf toekomstbestendig te maken tegen veranderingen in de regelgeving en wetgeving.
Een materialiteitsbeoordeling beoordeelt formeel de inzet van belanghebbenden voor specifieke ESG-kwesties en bepaalt de ESG-score van een organisatie. Het identificeert de impact van een bepaald probleem op de prestaties en het concurrentievermogen van een bedrijf op de markt.
Methaan (CH₄)
Methaan (CH₄) is een broeikasgas (BKG) en de aanwezigheid ervan in de atmosfeer beïnvloedt ons klimaatsysteem en de temperatuur op aarde. Het is een hoofdbestanddeel van aardgas. Hoewel koolstofdioxide (CO₂) een langduriger effect heeft op ons klimaat, heeft CH₄ een veel groter aardopwarmingsvermogen (GWP) dan CO₂.
Volgens het Environmental Defense Fund is CH₄ verantwoordelijk voor ten minste een kwart van de huidige opwarming van de aarde. De landbouw, voornamelijk door mest en gastro-enterische lozingen, maar ook de rijstteelt, is verantwoordelijk voor ongeveer 25% van de CH₄-uitstoot, gevolgd door de energiesector.
Microfinanciering
Microfinanciering is een bron van financiële diensten voor particulieren of kleine bedrijven die geen toegang hebben tot traditionele bankdiensten. Het kan een duurzame manier zijn om armoede te verlichten door ondernemers in staat te stellen bedrijven op te bouwen en hun families en gemeenschappen te ondersteunen.
Micro-opwekking/micro-energie
Micro-opwekking, of micro-energie, is het vermogen om op kleine schaal energie te produceren, bijvoorbeeld een enkele windturbine of zonnepanelen voor thuis.
Microplastics
Microplastics zijn stukjes plastic, meestal minder dan 5 mm lang, die door plasticvervuiling op het land en in het water worden aangetroffen.
Mitigatiehiërarchie
Volgens de mitigatiehiërarchie moet decarbonisatie altijd vóór compensatie- en neutralisatiemaatregelen ten behoeve van mitigatie buiten de waardeketen (BVCM) gaan. Een netto nuluitstoot is alleen haalbaar met verregaande emissiereducties, ten minste 90% tegen 2050, waarna de restemissies worden aangepakt met neutralisatiemaatregelen.
Moderne slavernij
Moderne slavernij omvat vele vormen, zoals mensenhandel en mensen die in slavernij zijn geboren. Er zijn verschillende definities, maar ze bevatten allemaal aspecten van controle, onvrijwillig handelen en uitbuiting.
Een moderne slaaf kan te maken krijgen met geweld of bedreigingen, gedwongen worden tot onontkoombare schulden. Het paspoort kan worden afgenomen en de persoon kan worden geconfronteerd met deportatie. Veel mensen zijn in deze val getrapt door te proberen aan armoede of onzekerheid te ontsnappen, hun leven te verbeteren en hun gezin te onderhouden. Nu kunnen ze niet weg.
Monocultuur
Monocropping is de landbouwpraktijk waarbij jaar na jaar een enkel gewas op hetzelfde land wordt verbouwd. Dit omvat geen rotatie door andere gewassen of het telen van meerdere gewassen op hetzelfde land, ook wel polycultuur genoemd.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
N
Naakte verpakking
Naakte verpakking verwijst naar producten die zonder verpakking worden verkocht.
Nationaal bepaalde bijdragen (NDC's)
Een nationaal bepaalde bijdrage (NDC) is een niet-bindend nationaal plan waarin de beperking van de klimaatverandering wordt uiteengezet, met inbegrip van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Dergelijke plannen omvatten ook beleid en maatregelen die regeringen willen invoeren als reactie op klimaatverandering en om bij te dragen aan de wereldwijde doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs.
Natuurlijk kapitaal
Natuurlijk kapitaal zijn de activa van de wereld, zoals bodem, lucht, water en levende wezens.
Natuurlijke hulpbronnen
Natuurlijke hulpbronnen zijn grondstoffen of substanties die rechtstreeks uit de natuur komen, zoals mineralen, hout, water en vruchtbare grond. Het verwijst ook naar materialen die we oogsten, gebruiken en waarop we vertrouwen.
Op de natuur gebaseerde oplossingen
Op de natuur gebaseerde oplossingen zijn geïnspireerd en ondersteund door de natuur en kunnen ecologische, economische en sociale voordelen bieden en tegelijkertijd de veerkracht vergroten.
Het kan gaan om acties om natuurlijke of gewijzigde ecosystemen op het land, in zoet water, aan de kust en in zee te beschermen, in stand te houden, te herstellen, duurzaam te gebruiken en te beheren. Dergelijke acties pakken sociale, economische en ecologische uitdagingen doeltreffend en adaptief aan en bieden tegelijkertijd voordelen voor het menselijk welzijn, ecosysteemdiensten en veerkracht en biodiversiteit.
Natuurpositief
Natuurpositief gaat over gedrag en acties die de biodiversiteit en het aantal soorten vergroten in plaats van hun achteruitgang te veroorzaken.
Wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen op korte termijn
De wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen op korte termijn bestrijken de komende 5-10 jaar, waarbij de uitstoot wordt gehalveerd ten opzichte van een referentiejaar. Dit is de eerste realiteitscheck van een organisatie op weg naar een netto nuluitstoot in 2050.
Negatieve screening
Negatieve screening is bedoeld om organisaties te identificeren die zich bezighouden met slechte praktijken, zoals wapenhandel en sigarettenproductie.
Netto nuluitstoot/netto-nuluitstoot
Netto nuluitstoot, ook wel geschreven als netto-nuluitstoot, heeft betrekking op de balans tussen het uitstoten en absorberen van koolstof in de atmosfeer. Het betekent uiteindelijk dat de uitstoot van broeikasgassen (GHG) zo dicht mogelijk bij nul moet worden gebracht, waarbij de resterende emissies weer uit de atmosfeer worden geabsorbeerd door bossen en oceanen, enz.
Een netto nuluitstoot wordt bereikt wanneer een organisatie alle mogelijke koolstofemissies elimineert en de resterende uitstoot compenseert met mitigatiemaatregelen buiten de waardeketen (BVCM). Het netto nulproces begint met het berekenen van scopes 1, 2 en 3, het afspreken van wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen, het ontwikkelen van decarbonisatietrajecten tot 2030 en, voor emissies die niet kunnen worden gereduceerd, het geleidelijk evolueren naar koolstofafvang, -opslag en -sequestratie op lange termijn.
Net Zero Asset Managers (NZAM)
Net Zero Asset Managers (NZAM) is een internationale groep van vermogensbeheerders die zich toelegt op het ondersteunen van de doelstelling om tegen 2050 (of eerder) een netto-nuluitstoot te bereiken, in lijn met de wereldwijde inspanningen om de opwarming tot 1,5°C te beperken. Het ondersteunt ook investeringen die zijn afgestemd op een netto-nuluitstoot tegen 2050 (of eerder).
Netto nulwater
Bij netto nulwater gebruikt een gebouw of gemeenschap alleen het water dat ter plaatse valt. Netto nulwater heeft tot doel het verbruik van waterbronnen te beperken voordat het naar dezelfde bron wordt teruggevoerd.
Neutralisatie/verwijdering van kooldioxide (CO₂) (CDR)
Bij neutralisatie, of verwijdering van kooldioxide (CO₂) (CDR), wordt koolstofdioxide uit de atmosfeer verwijderd en permanent opgeslagen. Projecten omvatten directe luchtafvang (DAC) en bio-energie met koolstofafvang en -opslag (BECCS).
Lachgas (N₂O)
Distikstofmonoxide (N₂O), in de volksmond lachgas genoemd, draagt bij aan het broeikaseffect.
Naast natuurlijke bronnen produceren ook landbouw en meststoffen N₂O. Ongeveer 40% van de N₂O-uitstoot wereldwijd is afkomstig van menselijke activiteiten. Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) heeft berekend dat N₂O ongeveer 6% van alle broeikasgasemissies uitmaakt en dat de uitstoot de afgelopen 40 jaar met 30% is gestegen.
Richtlijn Niet-Financiële Rapportage (NFRD)
De EU-richtlijn Niet-Financiële Rapportage (NFRD), ofwel Richtlijn 2014/95/EU, schetst de regelgeving voor grotere bedrijven rond het openbaar maken van niet-financiële informatie en informatie over diversiteit. De richtlijn helpt beleggers, consumenten, beleidsmakers en anderen om de niet-financiële prestaties van een bedrijf te meten.
De NFRD was een stap in de goede richting, maar wordt grotendeels als ontoereikend en vervangbaar beschouwd. De NFRD werd met name bekritiseerd omdat het de indruk wekt dat milieu, maatschappij en governance (ESG) financieel irrelevant zijn.
De EU-richtlijn met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (CSRD) is op 5 januari 2023 in werking getreden en zal de NFRD vervangen.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
O
Offsetting / Compensatie
Offsetting of compensatie omvat het verminderen of verwijderen van de uitstoot van kooldioxide (CO₂) of andere broeikasgassen (GHG) ter compensatie van emissies die elders zijn gemaakt. Dankzij dergelijke maatregelen kunnen organisaties en particulieren investeren in kwantificeerbare milieuprojecten om hun CO2-emissies in evenwicht te brengen. Het maakt deel uit van de duurzaamheidsstrategieën van bedrijven die klimaatneutraal willen worden, en geldt als aanvulling op een decarbonisatiestrategie. Compensatietechnologieën omvatten koolstofafvang en herbebossing.
Organisch/Biologisch
Organisch is een algemene term voor alles wat een levend organisme is of is geweest. Biologisch verwijst naar een product waarvoor geen pesticiden of kunstmest werden gebruikt, of dat meestal geen genetisch gemodificeerde ingrediënten bevat.
Ozon (O₃)
Ozon (O₃) is een lichtblauw gas met drie zuurstofatomen dat aanwezig is in verschillende lagen van onze atmosfeer. Over het algemeen wordt O₃ niet rechtstreeks in de lucht uitgestoten, maar ontwikkelt het zich op grondniveau door een chemische reactie.
De aantasting van de ozonlaag veroorzaakt geen opwarming van de aarde, maar kan wel schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid. Het Stock Resilience Centre definieert het als een van de grenzen van de aarde. Volgens NASA worden negatieve verschuivingen in de ozonlaag gecompenseerd door positieve veranderingen in menselijk gedrag waardoor de ozonlaag zich kan hervormen.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
P
Herstelnota's voor verpakkingsafval (PRN) en Exportnota's voor verpakkingsafval (PERN)
Herstelnota's voor verpakkingsafval (PRN) en Exportnota's voor verpakkingsafval (PERN) zijn de enige rechtsvormen om aan te tonen dat een producent de vereiste hoeveelheid nuttige toepassing en recycling uitvoert.
Overeenkomst van Parijs/Klimaatakkoord van Parijs
Het Klimaatakkoord van Parijs is een juridisch bindend, internationaal verdrag over klimaatverandering. Het doel is om de opwarming van de aarde tegen het einde van de eeuw te beperken tot ruim onder de 2°C boven het pre-industriële niveau (1850-1900), bij voorkeur onder de 1,5°C. De overeenkomst werd in 2015 door 196 landen aangenomen tijdens de COP21 van de VN in Parijs. Het is in 2016 in werking getreden.
De Overeenkomst van Parijs vraagt de deelnemende landen om actie te ondernemen om de uitstoot van broeikasgassen (GHG) te verminderen. Deze toezeggingen worden nationaal bepaalde bijdragen (NDC's) genoemd. Het heeft betrekking op de mitigatie van, aanpassing aan en financiering van klimaatverandering. In het kader van de overeenkomst hebben de landen een verbeterd transparantiekader (ETF) ontwikkeld om transparant te rapporteren en de voortgang van de ondernomen acties te volgen.
Plasmaboogverwarming
Plasmaboogverwarming omvat het verwarmen van vast stedelijk afval tot extreme temperaturen (3,000-10,000°C) met behulp van een plasmaboog. Energie komt vrij door elektrische ontlading in een inerte atmosfeer. Hierdoor wordt het organische afval omgezet in waterstofrijk gas en niet-organisch afval in een inert glasachtig residu.
Plug-in hybride elektrisch voertuig/hybride voertuig
Een plug-in hybride elektrisch voertuig heeft een oplaadbare batterij die wordt opgeladen zodra deze via een laadkabel wordt aangesloten op een externe elektrische stroombron. Daarnaast wordt het voertuig ook intern opgeladen door de ICE-aangedreven generator van het voertuig. Een hybride auto wordt voornamelijk aangedreven door een conventionele interne verbrandingsmotor (ICE), maar aangevuld met vermogen uit regeneratief remmen.
Positieve screening
Positieve screening is bedoeld om de ethische prestaties van een organisatie te controleren aan de hand van het goede dat ze doet.
Post-consumer
“Post-consumer” verwijst naar iets dat door consumenten wordt gebruikt voordat het opnieuw wordt verwerkt tot een nieuw product.
Behoud
Conservering probeert iets hetzelfde te houden door te voorkomen dat het beschadigd raakt.
Productrentmeesterschap
Productrentmeesterschap houdt in dat bedrijven verantwoordelijkheid nemen voor de milieueffecten van de producten die ze maken, verkopen of kopen. Dit omvat alle fasen van de productlevenscyclus, inclusief het beheer van het einde van de levensduur.
Pyrolyse
Pyrolyse is het proces waarbij afval tot hoge temperaturen wordt verhit om het koolstofgehalte af te breken. Dit gebeurt door het afval zonder lucht te verhitten, wat resulteert in een mengsel van gasvormige en vloeibare brandstoffen en vaste reststoffen. Een voorbeeld is de omzetting van hout naar houtskool.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
R
Rainforest Alliance
De Rainforest Alliance werkt aan het behoud van biodiversiteit en het waarborgen van duurzaam levensonderhoud door landgebruik, bedrijfspraktijken en consumentengedrag te transformeren.
Opvang van regenwater
Bij het opvangen van regenwater wordt regenwater dat op gebouwen valt, opgevangen en opgeslagen voor later gebruik om te voorkomen dat het rechtstreeks naar het afvoersysteem gaat.
De meest voorkomende systemen betreffen:
- Gebruik voor irrigatie
- Binnenshuis, niet-drinkbaar gebruik
- Hele huis, gebruik als drinkwater
Teruggewonnen
Terugwinning is het proces van het opknappen van afvalmaterialen voor nieuwe producten.
Recycleerbaar
Recyclebaar verwijst naar een product of materiaal dat kan worden ingezameld, verwerkt en vervaardigd tot een nieuw product.
Recyclen/recyclen
Recycling verwijst naar het verzamelen en verwerken van afvalstoffen, idealiter om nieuwe producten te maken. Een veel voorkomende vorm is het recyclen van aluminium blikjes, die worden omgesmolten en hervormd voor verschillende toepassingen, in plaats van op stortplaatsen te belanden. Het recyclen van materialen met giftig afval, zoals elektronica, is wat lastiger.
Verminderen/verminderend
Verminderen gebeurt wanneer een organisatie of persoon schadelijke gewoonten vermindert die afval produceren.
Herbebossing
Herbebossing is het planten van bomen op de plaats waar eerder een bos is gekapt voor commerciële doeleinden.
Regeneratie
Regeneratie heeft betrekking op het verbeteren van de ecologische gezondheid en biodiversiteit door natuurlijke processen mogelijk te maken, te ondersteunen en te verbeteren.
Remanufacturing
Remanufacturing gaat over het opnieuw opbouwen van een product naar de oorspronkelijke specificaties met behulp van een mix van hergebruikte, gerepareerde en nieuwe onderdelen.
Remineraliseren/remineralisatie
Remineralisatie heeft tot doel het gehalte aan mineralen en hulpbronnen in een milieu te herstellen.
Hernieuwbare energie
Hernieuwbare energie is meestal elektriciteit afkomstig van natuurlijke, aanvulbare bronnen, zoals geothermische energie, waterkracht, zon en wind. De hoeveelheid niet-hernieuwbare bronnen, zoals steenkool, olie en grondwater, is beperkt.
Verantwoorde innovatie
Verantwoorde innovatie geeft prioriteit aan ethiek en maatschappelijke verantwoordelijkheid bij het onderzoeken, ontwerpen en produceren van nieuwe technologieën of evoluties van bestaande technologieën. Verantwoorde innovatie suggereert dat ethiek een ontwerpprobleem is.
Herstel
Herstel is het helpen van een ecosysteem om te herstellen naar een vorige, meer biodiverse toestand.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
S
Science Based Targets-initiatief (SBTi)
Het Science Based Targets-initiatief (SBTi) promoot best practices en richtlijnen om emissies te verminderen en biedt methoden voor het stellen van doelen op basis van klimaatwetenschap.
Het SBTi helpt bedrijven bij het stellen van CO2-reductiedoelstellingen die in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het Akkoord van Parijs. Het initiatief is een samenwerking tussen het CDP (oorspronkelijk het Carbon Disclosure Project), UN Global Compact, World Resources Institute (WRI) en het Wereld Natuur Fonds (WWF). Het is een van de toezeggingen van de We Mean Business Coalition.
Scope 1-3 emissies
Scope 1-3 emissies zijn termen die zijn ontwikkeld door het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol). De niveaus stellen organisaties in staat hun emissies te categoriseren. Scope 3 heeft de moeilijkst te traceren emissies.
Scope 1-emissies
Scope 1-emissies zijn directe broeikasgasemissies (BKG) die in de atmosfeer terechtkomen door bronnen die eigendom zijn van en gecontroleerd worden door het bedrijf. Voorbeelden hiervan zijn productie en verbranding op locatie, elektriciteitscentrales die eigendom zijn van de organisatie en de uitstoot van een bedrijfswagenpark.
Scope 2-emissies
Scope 2-emissies zijn indirecte broeikasgasemissies (BKG) die in de atmosfeer vrijkomen door ingekochte energie van een nutsbedrijf. Ze omvatten alle broeikasgasemissies die voortkomen uit het verbruik van ingekochte elektriciteit, stoom, warmte en koeling. Investeren in hernieuwbare energiebronnen zou deze uitstoot kunnen verlagen.
Scope 3-emissies
Scope 3-emissies, of emissies van de waardeketen, zijn indirecte emissies van de upstream en downstream toeleveringsketen van het rapporterende bedrijf. Er zijn 15 categorieën, waaronder zakenreizen, afvalverwerking en gekochte goederen en diensten.
Scope 4-emissies
Scope 4-emissies, gewoonlijk "vermeden emissies" genoemd, zijn verminderingen van broeikasgassen (BKG) die plaatsvinden buiten de levenscyclus of waardeketen van een product, maar wel rechtstreeks door middel van dat product.
De term, bedacht door het World Resources Institute (WRI) in 2013, breidt de reikwijdte van koolstofboekhouding uit tot buiten de directe en indirecte emissies van activiteiten (gedekt door scope 1-3) en omvat ook de positieve effecten van producten en diensten bij het verminderen van emissies elders. Als een organisatie bijvoorbeeld een energiezuinig apparaat produceert, zou de uitstoot die wordt bespaard door het gebruik door de consument, in plaats van een minder efficiënt model, onder scope 4 vallen.
Secundaire teruggewonnen brandstof
Bij secundaire teruggewonnen brandstof wordt energie teruggewonnen uit afval dat in de praktijk niet kan worden hergebruikt of dat werd gerecycled uit mechanische en biologische behandelingsprocessen.
CSRD-diensten van SGS
Ongeacht uw status in processen met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (CSRD), houden we rekening met de tijdlijn en middelen die nodig zijn om uw CSRD-doelstellingen te bereiken, inclusief openbaarmakingen en rapporten van de hoogste kwaliteit.
Inleiding tot CSRD-fundamenten
Bekijk onze on-demand webinar over de CSRD-functies, European Sustainability Reporting Standards (ESRS), dubbele materialiteit en hoe ze van toepassing zijn op een organisatie.
Of u nu uw eerste stappen zet of verder bent in uw CSRD-traject, wij bieden ondersteuning en advies op maat en identificeren de beste benadering en diensten om uw doelstellingen op het gebied van duurzame openbaarmaking en assurance te bereiken.
Onze training behandelt de CSRD en ESRS. Van inleidende tot gespecialiseerde niveaus helpen we u uw vaardigheden, prestaties en naleving op het gebied van duurzaamheid te verbeteren en operationele en reputatierisico's te beperken.
Uw organisatie moet de impact ervan op het milieu en de maatschappij bekendmaken, en hoe ze van invloed kunnen zijn op uw organisatie in de toekomst. U moet ook bekendmaken hoe duurzaamheidsgerelateerde ontwikkelingen en gebeurtenissen risico's en kansen creëren voor uw organisatie. Als u een nieuwe verslaggever/discloser bent, kunnen we u door het volledige double materiality-proces leiden, in overeenstemming met de ESRS-vereisten.
We beoordelen de hiaten in de informatieverschaffing van uw organisatie tussen de huidige ESG-rapportagestandaarden en die van de CSRD. Vervolgens kunnen we de aandachtsgebieden formaliseren voordat we een routekaart presenteren van uw evolutie naar CSRD-conforme openbaarmaking.
CSRD-naleving vereist nauwkeurige en consistente rapportage die onderworpen is aan externe controle. We bieden een onafhankelijke verificatie door derden van ESG-informatie en verzekering van de duurzaamheidsverslaggeving, voor openbaarmakingen op beperkte en redelijke niveaus.
ESG-diensten van SGS
Of u nu aan het begin staat van uw traject op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG) of hierin al goed thuis bent en slechts op zoek bent naar een objectieve en onafhankelijke verificatie, wij kunnen u van dienst zijn!
Of ESG nu nieuw voor u is of u al duidelijk weet wat u wilt bereiken, de ESG-cursussen van de SGS Academy helpen u op weg of verbeteren uw traject.
Krijg een momentopname en snelle evaluatie van waar u zich bevindt op uw ESG-traject, om inzicht te krijgen in uw ESG-prestaties en u voor te bereiden op verbeteringen.
Organisaties die ESG-strategieën implementeren, moeten volledig inzicht in hun ESG-prestaties hebben om continu te kunnen verbeteren. ESG Gap Analysis kan u helpen om continu te voldoen aan de ESG-vereisten en -verwachtingen van uw belanghebbenden.
ESG-verklaringen en verzekering duurzaamheidsverslaggeving (SRA)
Door uw ESG-prestaties bekend te maken en te rapporteren toont u uw inzet op het gebied van duurzaamheid. ESG-publicaties en SRA bevatten verificaties door derden van de ESG-informatie, voor een meer consistente en nauwkeurige openbaarmaking.
Organisaties die ESG-strategieën implementeren, moeten hun ESG-KPI's meten voor compliance- en due diligence-doeleinden. ESG KPI-controle en -borging kan u helpen de metrics en doelstellingen te valideren die zijn vastgesteld als onderdeel van uw KPI-openbaarmakingen, en zelfs helpen om uw financieringskosten te verlagen via aan duurzaamheid gekoppelde financiering.
Maak van ESG de hoeksteen van de manier waarop u zaken doet en laat zien dat u zich inzet voor duurzaamheid. Onze audit volgt internationale en lokale ESG-normen, -voorschriften en relevante managementsystemen.
SGS-diensten voor de ISO 14000-serie
Als 's werelds toonaangevende test-, inspectie- en certificeringsbedrijf zijn wij gespecialiseerd in vele normen, waaronder de ISO 14000-milieuserie. Dit omvat zowel de hoofdstandaard – ISO 14001 – als de nieuwste toevoeging – ISO 14068-1.
ISO 14001 – milieubeheersystemen
ISO 14001 is van toepassing op alle organisaties en de milieuaspecten van hun activiteiten, producten en diensten die vanuit een levenscyclusperspectief controle of invloed kunnen uitoefenen.
De norm specificeert de vereisten voor een milieubeheerssysteem (EMS) om de milieuprestaties van uw bedrijf te verbeteren. Met ISO 14001 kunt u leren systematisch de milieuverantwoordelijkheden te beheren die bijdragen aan duurzaamheid.
Een EMS kan waarde bieden aan het milieu, uw organisatie en belanghebbenden. In overeenstemming met uw milieubeleid zijn de voordelen van een EMS:
- Verbetering van de milieuprestaties
- Behalen van milieudoelstellingen
- Naleving van de wet- en regelgeving
- Merkontwikkeling
- Risicobeperking
- Afstemming op SDG's 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 12, 13, 14 en 15 van de VN
ISO 14019-serie – duurzaamheidsinformatie valideren en verifiëren
ISO 14019 is de wereldwijde standaard voor het valideren en verifiëren van duurzaamheidsinformatie. Het bestaat uit twee delen. ISO 14019-1 specificeert de algemene principes en vereisten voor validatie en verificatie van duurzaamheidsinformatie. Deze standaard beslaat de rapportage over milieu, maatschappij en governance (ESG) en andere duurzaamheidsaspecten en stelt de verschillende categorieën kwantitatieve en kwalitatieve informatie vast.
Deze principes en eisen dragen bij aan de regels en procedures in validatie-/controleprogramma's. Het document kan als basis dienen voor validatie- en verificatieactiviteiten ter ondersteuning van andere conformiteitsbeoordelingsprogramma's.
ISO 14019-2 specificeert de vereisten van het verificatieproces voor kwantitatieve en kwalitatieve duurzaamheidsinformatie, inclusief rapportage over ESG en andere duurzaamheidsaspecten. De norm is van toepassing op de regels en procedures voor het uitvoeren van verificaties aan de hand van elementen van een verificatieprogramma, zoals processen, bewijsverzamelingsactiviteiten en rapportage.
Het document gaat in op onzekerheid in waarden en hoe deze onzekerheden kunnen worden aangepakt. Het gaat ook in op primaire en secundaire gegevensbronnen en hoe deze zich verhouden tot de kracht van verificatiebewijs.
Voordelen zijn onder andere:
- Informatie over duurzaamheid eerlijk, nauwkeurig en transparant, volgens de ISO 14019-vereisten, valideren en verifiëren
- Voldoen aan de vereisten van het verificatieproces voor kwantitatieve en kwalitatieve duurzaamheidsinformatie
- Kwantitatieve en kwalitatieve informatie verifiëren
- Deskundige ondersteuning voor het certificeringsproces
- Afstemming op SDG's 1-16 van de VN
ISO 14064-1 – kwantificeren en rapporteren van BKG-emissies en -verwijderingen
ISO 14064-1 specificeert op organisatieniveau de principes en vereisten voor het kwantificeren en rapporteren van broeikasgasemissies en -verwijderingen. De vereisten van de internationale norm hebben betrekking op het ontwerp, de ontwikkeling, het beheer, de rapportage en de verificatie van de BKG-inventaris van een organisatie.
De ISO 14064-serie is programmaneutraal voor broeikasgassen. Als een GHG-programma van toepassing is, zijn de eisen van dat programma een aanvulling op die van de ISO 14064-serie.
Voordelen zijn onder andere:
- De blootstelling aan koolstofrisico's en identificeer verbetergebieden beheren
- Voorbereidingen treffen voor toekomstige wetgeving omtrent broeikasgassen
- De efficiëntie verhogen en de kosten verlagen door een lager energieverbruik
- De geloofwaardigheid verhogen door verantwoordelijkheid voor het milieu aan te tonen
- Betrek en moedig werknemers aan om betrokken te raken bij reductie-inspanningen
- Aansluiten bij SDG's 9 en 13 van de VN
ISO 14067 – broeikasgassen (GHG) – carbon footprint van producten
ISO 14067 specificeert de principes, eisen en richtlijnen voor het kwantificeren en rapporteren van de CO2-voetafdruk van een product (CFP) die in overeenstemming zijn met de internationale levenscyclusbeoordelingsnormen (LCA), namelijk ISO 14040 en ISO 14044. De wereldwijde norm geldt voor partiële CFP's en is van toepassing op CFP-studies, waarvan de resultaten de basis vormen voor verschillende toepassingen.
ISO 14067 richt zich slechts op één impactcategorie: klimaatverandering. CO2-compensatie en het meedelen van de informatie over de CFP of een deel van de informatie over de CFP vallen buiten het toepassingsgebied. Er worden geen sociale, economische of andere milieuaspecten en effecten beoordeeld die kunnen voortvloeien uit de levenscyclus van een product.
Verificatie volgt op een succesvolle afronding van een audit. Voordelen zijn onder andere:
- Betrouwbare en vergelijkbare parameters voor organisaties en consumenten
- Verbeterde efficiëntie in de hele waardeketen
- Minder emissies bij het implementeren van gerichte maatregelen
- Transparante kwantificering en rapportage van broeikasgassen (GHG's)
- Hulp bij de implementatie van andere normen, zoals ISO 14001 (milieubeheersystemen)
- Consistentie met andere normen, zoals o.a. ISO 14025 (milieulabels) en ISO 14044
- Berekening van uw CO2-voetafdruk – de eerste stap in de richting van een strategie voor emissiereductie en -compensatie
- Afstemming op SDG 13 van de VN
ISO 14068-1 – beheer van klimaatverandering, overgang naar netto nul – deel 1: CO2-neutraliteit
ISO 14068-1 biedt principes, vereisten en richtlijnen voor het bereiken en aantonen van CO2-neutraliteit. De wereldwijde norm richt zich op het kwantificeren, reduceren en compenseren van CO2-voetafdrukken, via een hiërarchische benadering die de voorkeur geeft aan directe en indirecte reductie van broeikasgasemissies (GHG) en verbeterde verwijdering binnen de waardeketen, boven compensaties.
ISO 14068-1 is essentieel voor entiteiten die zich inzetten voor CO2-neutraliteit, het ondersteunen van een duurzame ontwikkeling en de overgang naar activiteiten die minder broeikasgassen uitstoten. Het zorgt ervoor dat inspanningen op het gebied van CO2-neutraliteit waarachtig, eerlijk, wetenschappelijk onderbouwd en transparant zijn.
De internationale norm bouwt voort op en vervangt PAS 2060 (koolstofneutraliteit), die 24 maanden na de publicatie van ISO 14068-1 wordt ingetrokken.
Verificatie volgt op een succesvolle afronding van een audit. Voordelen zijn onder andere:
- Nauwkeurige ondersteuning verkrijgen bij het bereiken van een echte CO2-neutraliteit
- De geloofwaardigheid van en het vertrouwen in claims over CO2-neutraliteit vergroten
- Ambitieuze, wetenschappelijk onderbouwde strategieën voor de vermindering van broeikasgasemissies bevorderen
- Een alomvattende waardeketen- en levenscyclusbenadering voor koolstofbeheer aanmoedigen
- Afstemming op SDG's 1-16 van de VN
Sustainability Assurance SGS
30+ jaar ervaring op het gebied van duurzaamheid
We zijn al meer dan 30 jaar toonaangevend op het gebied van duurzaamheid en ESG-diensten. Met expertise in alle belangrijke industrieën begrijpen we de pijnpunten van elke sector en beschikken we over de technische expertise en logistieke capaciteiten om realistische duurzaamheidsresultaten te garanderen.
Onze Sustainability Assurance-diensten omvatten oplossingen op het gebied van milieu, maatschappij en governance (ESG) en de richtlijn met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door ondernemingen (CSRD), evenals belangrijke ISO 14k-standaarden. Ons portfolio evolueert voortdurend om nieuwe duurzaamheidsuitdagingen aan te gaan en we kunnen u op de hoogte brengen van nieuwe diensten.
Wereldwijde technische expertise en netwerk
Met een uitgebreid wereldwijd netwerk van experts en faciliteiten bieden we ondersteuning op hoog niveau aan klanten die lokale, nationale en internationale duurzaamheidsrisico's aanpakken. Onze experts bieden uitgebreide technische ondersteuning en begrijpen de lokale taal, normen en gebruiken, waardoor het voor bedrijven gemakkelijker wordt om lokale en wereldwijde projecten te faciliteren.
Consistentie van service en uitvoering
We leveren consistente resultaten met uitstekende klantenservice en ondersteuning. Onze klanten krijgen volledige ondersteuning, van contract tot rapport, en kunnen met een gerust hart verder dankzij een integere dienstverlening.
Dienstenportefeuille
Geïntegreerde oplossingen stellen ons in staat om als één leverancier te opereren voor alle soorten klanten en duurzaamheidsgebieden. Onze holistische dienstenpakketten zijn op maat gemaakt om aan uw behoeften te voldoen en niet aan de algemene eisen van de industrie.
Gedeelde waarde
Gedeelde waarde is een managementprincipe dat marktkansen zoekt voor organisaties om maatschappelijke problemen op te lossen. "Het creëren van gedeelde waarde" werd voor het eerst geïntroduceerd in de Harvard Business Review in 2011. Het is gebaseerd op het principe dat het concurrentievermogen van een bedrijf en de gezondheid van de betrokken gemeenschappen onderling van elkaar afhankelijk zijn.
Deeleconomie
Een deeleconomie is een systeem waarbij consumenten de toegang tot producten of diensten delen, in plaats van individueel eigendom te hebben. Voorbeelden hiervan zijn Airbnb, dat mensen die een plek of ruimte te huur hebben, koppelt aan mensen die op zoek zijn naar een plek om te verblijven.
Sin stocks / Zondaarsaandelen
Sin stocks zijn beleggingen die volgens de persoonlijke mening van een belegger verband houden met onethische of immorele activiteiten. De activiteiten kunnen bestaan uit alcohol, gokken, tabak of entertainment voor volwassenen.
Eenmalig gebruik/eenmalig gebruik
Eenmalig gebruik, soms eenmalig gebruik, verwijst naar iets, zoals een product, dat maar één keer kan worden gebruikt voordat het wordt weggegooid.
Sociale obligaties
Bij een sociale obligatie worden met de opbrengsten specifiek nieuwe en bestaande projecten gefinancierd met sociale voordelen zoals betaalbare huisvesting en gezondheidszorg.
Sociaal kapitaal
Sociaal kapitaal is de gecombineerde waarde van alle sociale netwerken, de maatschappelijke verbanden en gedeelde waarden die individuen en groepen in staat stellen samen te werken.
Sociale onderneming
Een sociale onderneming is een organisatie met winstoogmerk met een kernbedrijfsmodel dat is gekoppeld aan een sociaal doel. Winsten worden vaak geherinvesteerd in het bedrijf of aanverwante gemeenschappen. Voorbeelden van zulke doelen zijn het aanpakken van maatschappelijke problemen en het verbeteren van gemeenschappen en het milieu.
Zonne-energie/zonnepanelen
Zonne-energie is energie afkomstig van de zon. Zonnepanelen absorberen de straling van de zon. Deze energie wordt opgevangen, opgeslagen en omgezet in het elektriciteitsnet.
Zonnepanelen beslaan twee typen opwekking:
- Thermische zonne-energie of zonneboilers voor het verwarmen van water
- Zonne-energie voor de productie van elektriciteit, ook wel bekend als fotovoltaïsche (PV) systemen, zonnecellen die licht omzetten in elektriciteit
Gestroomlijnde energie- en koolstofrapportage (SECR)
Gestroomlijnde energie- en koolstofrapportage (SECR) vereist dat ongeveer 12.000 Britse bedrijven hun energie- en koolstofemissies bekendmaken. Het rapportagekader moedigt de implementatie van energie-efficiëntiemaatregelen met economische en milieuvoordelen aan om bedrijven te helpen kosten en koolstofemissies te besparen en tegelijkertijd hun productiviteit te verbeteren. De meldingsplicht is sinds april 2019 van kracht.
Duurzaamheid van de supply chain
Duurzaamheid in de toeleveringsketen wordt gedefinieerd als het verankeren van overwegingen inzake milieu, maatschappij en governance (ESG) bij de inkoop van grondstoffen, de omvorming tot producten en de verhandeling.
Traceerbaarheid van de toeleveringsketen
Traceerbaarheid van de toeleveringsketen betekent dat materialen en grondstoffen worden geïdentificeerd, gevolgd en getraceerd en dat duurzaamheidsclaims in de hele waardeketen worden geverifieerd.
Duurzaamheid
Duurzaamheid heeft meerdere betekenissen. In 1987 definieerde de Brundtland-commissie van de VN duurzaamheid als "voldoen aan de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen". In de praktijk brengt duurzaamheid milieubescherming, menselijk welzijn en economische ontwikkeling op één lijn.
Duurzaamheid is ook het vermogen van een systeem om op een bepaald tempo of niveau te worden gehandhaafd. In de loop van de tijd is het woord populair geworden bij de media en is het een modewoord geworden voor tal van industrieën. Bijvoorbeeld duurzame mode, duurzame bedrijfsgroei en duurzame architectuur.
Borging Duurzaamheids Rapportage (SRA)
Borging van Duurzame Rapportage (SRA) is van vitaal belang omdat het vertrouwen schept in de rapportering over milieu, maatschappij en governance (ESG), waardoor de betrokkenheid van beleggers wordt vergroot. Verificatie volgens een erkende norm optimaliseert de waarde van een ESG-rapport. Op dit moment zijn de dominante assurancenormen:
- AccountAbility's (AA) AA1000 Assurance Standard
- International Standard on Assurance Engagements 3000 (ISAE 3000)
AA1000 kan worden gebruikt voor rapportage en assurance, terwijl ISAE 3000 zich primair richt op assuranceprocedures. Wij kunnen u ondersteunen bij uw assurancetraject.
Duurzaam ondernemen
Duurzaam ondernemen verwijst naar een organisatie die economisch levensvatbaar, maatschappelijk verantwoord en milieubewust is.
Duurzaam ontwerp
Duurzaam ontwerpen houdt in dat producten, diensten en de gebouwde omgeving worden ontworpen volgens de duurzaamheidsprincipes.
Verordening inzake informatieverschaffing met betrekking tot duurzame beleggingen en duurzaamheidsrisico's (SFDR)
De EU-verordening inzake informatieverschaffing met betrekking tot duurzame beleggingen en duurzaamheidsrisico's (SFDR) trad in maart 2021 in werking om de transparantie over duurzaamheid bij financiële instellingen en marktdeelnemers te vergroten. De SFDR is van toepassing op financiële instellingen, zoals banken, verzekeraars en vermogensbeheerders, die in de EU actief zijn.
Er zijn drie hoofddoelen:
- De informatieverschaffing verbeteren zodat vermogensbezitters en retailcliënten de duurzaamheidskenmerken van financiële producten kunnen begrijpen en vergelijken
- Zorgen voor een gelijk speelveld binnen de EU, zodat Europese bedrijven geen oneerlijke concurrentie ondervinden van bedrijven buiten de Unie
- Greenwashing tegengaan
Duurzaam inkopen
Duurzaam inkopen gaat over de beslissingen bij de inkoop van producten en diensten waarbij naast prijs en kwaliteit ook sociale en milieufactoren worden meegenomen.
Systeemdenken
Systeemdenken is probleemoplossend denken waarbij 'problemen' worden gezien als onderdeel van een breder, dynamisch systeem. Het gaat erom te begrijpen hoe dingen elkaar beïnvloeden als onderdeel van een geheel.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
T
Task Force on Climate-Related Financial Disclosures (TCFD)
De Task Force on Climate-Related Financial Disclosures (TCFD) is in 2015 opgericht door de Financial Stability Board (FSB) om de rapportage over klimaatgerelateerde financiële informatie te verbeteren en uit te breiden. Naar aanleiding van het statusrapport 2023 van de TCFD werd de TCFD op verzoek van de FSB ontbonden.
Thematisch beleggen
Thematisch beleggen is de praktijk van beleggen in organisaties die aansluiten bij een bepaald beleggingsthema, zoals hernieuwbare energie, onderwijs of innovaties in de gezondheidszorg.
Omslagpunt/klimaat omslagpunt
Een omslagpunt in het klimaat doet zich voor wanneer een kleine verandering een sterk niet-lineaire reactie teweegbrengt in de interne dynamiek van een deel van het klimaatsysteem, waardoor de toekomstige toestand kwalitatief verandert.
Door de mens veroorzaakte klimaatverandering zou verschillende grotere elementen voorbij hun respectievelijke omslagpunten kunnen duwen. Dergelijke elementen omvatten de Atlantische thermohaliene circulatie (THC), de West-Antarctische ijskap, de Groenlandse ijskap, het Amazone-regenwoud, boreale bossen, de West-Afrikaanse moesson, de Indiase zomermoesson en El Niño/Southern Oscillation (ENSO).
Traceerbaarheid
Traceerbaarheid is de mogelijkheid om alle processen te traceren, van de inkoop van grondstoffen en productie tot consumptie en verwijdering, om duidelijk te maken wanneer en waar een product is geproduceerd en door wie.
Transitieplan
Een transitieplan is een tijdgebonden plan waarin duidelijk wordt uiteengezet hoe een organisatie haar strategie zal bereiken om haar bestaande activa, activiteiten en bedrijfsmodel aan te passen aan de nieuwste en meest ambitieuze aanbevelingen van de klimaatwetenschap.
Triple bottom line (TBL)
De triple bottom line (TBL), bedacht door de beroemde Britse managementconsultant John Elkington in 1994, beschrijft de afzonderlijke maar onderling afhankelijke "bottom lines" van bedrijven op het vlak van financiën, maatschappij en milieu.
In het kader hiervan moet een bedrijf in gelijke mate prioriteit geven aan mensen, de planeet en winst. Dergelijke bedrijven kunnen een goede gezondheidszorg, gezondheid en welzijn aanmoedigen, de nadruk leggen op duurzame praktijken in de bedrijfsvoering en sociale doelen verbinden. Deze bedrijven behouden ook winst en laten perfect zien hoe het bedrijfsleven en het milieu kunnen samenwerken.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
U
Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC)
Het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC) heeft een internationaal milieuverdrag opgesteld om "gevaarlijke menselijke inmenging in het klimaatsysteem" te bestrijden, deels door het stabiliseren van broeikasgassen (BKG's) in de atmosfeer. Het verdrag werd door 154 landen ondertekend tijdens de VN-conferentie over milieu en ontwikkeling (UNCED), ook wel bekend als de Earth Summit, in Rio de Janeiro, Brazilië. Het is in 1994 in werking getreden.
Het Protocol van Kyoto was de eerste uitvoering van maatregelen in het kader van het UNFCCC. Dit protocol is vervangen door de Overeenkomst van Parijs, die in 2016 in werking is getreden.
Global Compact van de VN
Het Global Compact van de VN is een vrijwillig pact dat verantwoord ondernemen bevordert door middel van 10 universeel aanvaarde principes en dat maatregelen stimuleert die bijdragen aan bredere maatschappelijke doelen, zoals de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de VN.
UN Principles for Responsible Investing (PRI)
De Principes voor Verantwoord Beleggen (PRI) van de VN bevatten zes principes op grond waarvan vermogensbezitters en -beheerders zich er vrijwillig toe verbinden om bij hun beleggingsprocessen, actief aandeelhouderschap en rapportage rekening te zullen houden met milieu, maatschappij en governance (ESG). Deze principes bevorderen verantwoord beleggen in de hele sector.
Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de VN
De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) van de VN bieden "een gedeelde blauwdruk voor vrede en welvaart voor mens en planeet, nu en in de toekomst". De 17 SDG's, die in 2015 zijn vastgesteld, zijn een dringende oproep tot actie van alle VN-lidstaten en moeten tegen 2030 zijn bereikt.
De SDG's vormen het raamwerk voor een beter leven van bevolkingsgroepen over de hele wereld en de mitigatie van gevaarlijke menselijke effecten op de klimaatverandering. De SDG's zijn:
- Geen armoede
- Geen honger
- Goede gezondheid en welzijn
- Kwaliteitsvol onderwijs
- Gendergelijkheid
- Schoon water en sanitaire voorzieningen
- Betaalbare en schone energie
- Fatsoenlijk werk en economische groei
- Industrie, innovatie en infrastructuur
- Minder ongelijkheid
- Duurzame steden en gemeenschappen
- Verantwoorde consumptie en productie
- Klimaatactie
- Leven onder water
- Leven op het land
- Vrede, recht en sterke instellingen
- Partnerschappen om de doelen te bereiken
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) van de VN
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) van de VN is een mijlpaal in de geschiedenis van de mensenrechten die de rechten en vrijheden van alle mensen definieert. Na de Tweede Wereldoorlog nam de Algemene Vergadering van de VN op 10 december 1948 in Parijs, Frankrijk, de UVRM aan. Het is opgesteld door vertegenwoordigers met verschillende juridische en culturele achtergronden.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
V
Emissies in de waardeketen
Emissies in de waardeketen, ook wel scope 3-emissies genoemd, vormen voor veel bedrijven het belangrijkste onderdeel van de CO2-voetafdruk (CCF). Het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) scheidt scope 3-emissies in 15 categorieën, waaronder zakenreizen, afvalverwerking en gekochte goederen en diensten. Natuurlijk is niet elke categorie relevant voor elk bedrijf.
Waardepropositie
Een waardepropositie houdt rekening met de consument. De consumentenwaarde wordt ontleend aan een product, dienst of organisatie. Het gebruik van gerecyclede materialen is bijvoorbeeld een waardepropositie voor klimaatbewuste consumenten.
Veganistisch/veganisme
Veganistisch is een dieet en levensstijl waarbij alle dierlijke producten worden vermeden.
Vrijwillige emissiereducties (VER)
Vrijwillige emissiereducties (VER) worden vrijwillig en zonder opdracht hiertoe gerealiseerd. Ze komen meestal voort uit de wil van een organisatie om de klimaatverandering proactief aan te pakken. De vrijwillige markt functioneert buiten de verplichte markt. Organisaties en particulieren die willen compenseren zonder wettelijke verplichting, kunnen VER gebruiken. De koolstofkredieten van VER kunnen niet worden gebruikt om te voldoen aan de door het Kyoto-protocol vastgelegde nalevingsmaatregelen van de overheid.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
W
Afvalstroom
Een afvalstroom is de volledige stroom van een specifiek huishoudelijk of industrieel afvaltype, tot aan de terugwinning, recycling of verwijdering.
Water Footprint
Een watervoetafdruk is de totale hoeveelheid zoet water die wordt gebruikt om goederen en diensten te produceren die wordt geconsumeerd door een individu, gemeenschap, natie of de planeet.
Waterschaarste
Waterschaarste ontstaat wanneer niet aan alle eisen voor watervoorziening of -kwaliteit kan worden voldaan.
Waterveiligheid
Waterzekerheid houdt in dat er veilige toegang wordt geboden tot water van een passende kwantiteit en kwaliteit om de mens in stand te houden, ecosystemen te beschermen en sociaaleconomische ontwikkeling te bevorderen. Dit helpt waterverontreiniging en aanverwante rampen te voorkomen en ecosystemen in stand te houden in een klimaat van vrede en politieke stabiliteit (van UN Water). Verminderde waterzekerheid is een gevolg van klimaatverandering.
Zelfvoorziening in water
Zelfvoorziening op het gebied van water is de verhouding tussen de interne watervoetafdruk en de totale watervoetafdruk van het land. Het geeft het nationale vermogen aan om het water te leveren dat nodig is om aan de binnenlandse vraag naar goederen en diensten te voldoen.
Weer
Het weer heeft betrekking op de toestand van de atmosfeer op een bepaalde plaats en tijd, inclusief druk, temperatuur, wind, vochtigheid, regenval en bewolking. Het weer verschilt van het klimaat, dat zijn alle weersomstandigheden voor een bepaalde locatie, gemiddeld over ongeveer 30 jaar.
Witwassen
Witwassen is wanneer een organisatie schandalige informatie verdoezelt of beter voordoet, door die informatie subjectief weer te geven.
Windenergie
Windenergie komt van windturbines. Deze hernieuwbare energie is in populariteit gegroeid, hoewel het niet perfect is omdat turbines onhandig zijn, tonnen edelmetaal nodig hebben en de omringende dieren in het wild schaden. Dat gezegd hebbende, deze schone energie is overvloedig aanwezig en er worden verbeteringen aangebracht.
Wish-cycling
Wish-cycling is een ambitieuze benadering van recycling zonder te weten of het materiaal recyclebaar is, maar te verwachten dat er op de juiste manier mee wordt omgegaan.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
Z
Nul koolstof
Zero carbon betekent dat een product of dienst geen CO2-uitstoot produceert. Hernieuwbare energiebronnen zoals wind- en zonne-energie worden als nul koolstof beschouwd, omdat ze geen koolstof uitstoten bij het produceren van elektriciteit. Waar netto nuluitstoot verwijst naar het annuleren of balanceren van de koolstof die door een organisatie wordt geproduceerd, verwijst nul koolstof naar een product of dienst die geen koolstofdioxide-equivalent (CO₂e) uitstoot. Netto nul betekent ook dat een activiteit netto nul koolstofemissies in de atmosfeer uitstoot.
Nul afval
Nul afval verwijst naar het elimineren van afval, het niet consumeren van nieuwe en het terugwinnen van bestaande hulpbronnen, evenals het niet naar stortplaatsen en verbrandingsovens sturen en het niet op de grond achterlaten/in de natuur weggooien van producten. Het concept betreft een verantwoord beheer van producten, verpakkingen en materialen om milieuschade tot een minimum te beperken. Minimaal afval is een meer realistische uitdrukking omdat het onmogelijk is om zero waste te creëren.
A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1,2,3
1,2,3
Streefdoel 1,5°C
1,5°C is de ambitieuze wereldwijde doelstelling voor de gemiddelde temperatuur van het Akkoord van Parijs. Dit wordt vergeleken met de pre-industriële geschiedenis (1850-1900). Het internationale verdrag en wetenschappers zijn het erover eens dat de temperatuur op aarde ruim onder de 2°C moet liggen, bij voorkeur onder de 1,5°C, om de ergste gevolgen van de klimaatverandering te voorkomen. Om dit langetermijndoel te bereiken, moeten landen en andere entiteiten de uitstoot van broeikasgassen (GHG) zo snel mogelijk beperken om tegen het midden van de eeuw een klimaatneutrale wereld te bereiken.